Kerncijfers
Kerncijfers
Niet-financiële kerncijfers
Transportprestaties
Nederland
Gasunie Transport Services vervoerde in 2024 639 TWh (59,7 bcm). Dit is een daling van 8,5% ten opzichte van de 701 TWh (65,2 bcm) uit 2023. Net als de afgelopen jaren is dit een historisch laagterecord. De daling komt volledig door een lagere exportvraag.
Er werd fors minder hoogcalorisch gas (H-gas) getransporteerd naar de op het GTS-net aangesloten bergingen in Duitsland. Omdat België, Frankrijk en Duitsland hun markten voor G-gas (de oude ‘Nederlandse’ laagcalorische gaskwaliteit) al enige tijd ombouwen naar H-gas (de ‘internationale kwaliteit), nam de export van G-gas opnieuw af.
Het binnenlands verbruik steeg met 0,7% een klein beetje, door een grotere afname van elektriciteitscentrales (+3,6%) en industriële afnemers (+2,6%). De regionale netbeheerders, die huishoudens en het mkb bedienen, namen juist 1,6% minder af.
Aan de herkomstkant valt op dat er aanzienlijk meer gas uit Nederlandse bergingen het systeem in kwam (10,3 bcm tegen 6,2 bcm). De vulgraad van de Nederlandse bergingen was eind 2024 dan ook duidelijk lager (57%) dan eind 2023 (82%). Onze joint ventures Gate terminal en EemsEnergyTerminal brachten in 2024 minder LNG het GTS-systeem in; 16,7 bcm tegen 20,2 bcm een jaar eerder.
GTS hoefde in 2024 minder H-gas te converteren naar G-gas. Dit komt door de lagere vraag naar G-gas als gevolg van hoge temperaturen, G-gas afbouwprogramma’s in onze buurlanden en doordat er meer G-gas uit de bergingen werd gehaald dan het jaar ervoor. De hoeveelheid geconverteerd H-gas is met 18% gedaald van 269 TWh (23,9 miljard m3) in 2023 naar 222 TWh (19,7 miljard m3) in 2024. De bijbehorende hoeveelheid ingezette stikstof is gedaald van 2,84 miljard m3 naar 2,36 miljard m3.
Duitsland
Gasunie Deutschland transporteerde in 2024 248 TWh (25,4 bcm) door haar netwerk; een daling van 9% ten opzichte van het volume 272 TWh (27,9 bcm) van 2023. De invoeding van LNG in het GUD-netwerk steeg sterk door het aansluiten van de tijdelijke LNG-haven in Brunsbüttel. GUD is klaar om ook de tijdelijke LNG-haven in Stade aan te sluiten, maar die faciliteit was eind 2024 nog niet klaar. De invoer van aardgas vanuit Nederland en Noorwegen daalde met respectievelijk 26% en 6%.
Om de aardgasleidingen voor te bereiden op het transport van waterstof heeft GUD in 2024 verschillende aardgasleidingen tijdelijk uit bedrijf genomen. Deze buitengebruikstellingen vonden in de zomer plaats en hadden daarom geen impact op de transportcapaciteit.
* Het totale volume dat GUD op jaarbasis transporteert is groter dan de som van de hierboven weergegeven invoedvolumes. Het gastransportnet van GUD is verknoopt met dat van andere Duitse TSO’s. De weergegeven invoedvolumes zijn het aandeel van GUD in de genomineerde volumes op de invoedpunten.
Pieklevering
Pieklevering is een belangrijke publieke taak van GTS voor de kleinverbruikers in Nederland. Pieklevering is aan de orde als de gemiddelde effectieve etmaaltemperatuur lager is dan -9,0°C. GTS zorgt voor alle voorzieningen op het gebied van gasinkoop, flexibiliteitsdiensten en gastransport op het landelijke gastransportnet die nodig zijn om vergunninghouders de pieklevering te laten verzorgen. In 2024 was er geen pieklevering, omdat de temperatuur niet onder -9,0°C is geweest.
Financiële kerncijfers
Gerapporteerd | Onderliggend | |||
---|---|---|---|---|
In miljoenen euro's | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 |
Opbrengsten | 1.294 | 2.061 | 1.595 | 1.768 |
Totale lasten | -1.187 | -1.446 | -1.097 | -1.230 |
Bedrijfsresultaat | 107 | 615 | 497 | 538 |
Financiële baten en lasten | -58 | -57 | -58 | -57 |
Resultaat deelnemingen | 33 | 38 | 33 | 38 |
Resultaat voor belastingen | 82 | 596 | 472 | 519 |
Belastingen | -12 | -112 | -117 | -89 |
Resultaat na belastingen | 70 | 483 | 355 | 430 |
Een groot deel van de inkomsten van Gasunie komt van netwerkbeheerders GTS en GUD, die werken met gereguleerde tarieven. Zijn deze inkomsten in een jaar hoger dan toegestaan, dan moeten ze een aantal jaren later aan de markt worden teruggeven (‘verrekend’) in de vorm van lagere tarieven. Omgekeerd geldt hetzelfde. Dit mechanisme is ook van toepassing op de energiekosten. Wanneer deze afwijken van de norm, worden ook deze verrekend.
We presenteren daarom twee resultatenrekeningen. De eerste laat het gerapporteerde (‘boekhoudkundige’) resultaat zien. De tweede laat het resultaat zien gecorrigeerd voor verrekeningen uit het verleden en verrekeningen naar de toekomst. Dit onderliggende resultaat geeft een betere indicatie van onze prestaties in 2024.
Ten aanzien van gastransport was het jaar 2022 een buitengewoon jaar. De geopolitieke omstandigheden zorgden toen bij Gasunie voor extra inkomsten en hogere energiekosten. Een groot deel van deze additionele omzet en energiekosten uit 2022 zijn in 2024 via onze tarieven verrekend met onze klanten. Dit leidt tot een laag boekhoudkundig resultaat in 2024. Het onderliggend bedrijfsresultaat en het onderliggend resultaat voor belasting, die een betere indicatie geven van onze prestaties, bedragen beide ongeveer € 500 miljoen, wat in lijn ligt met 2023.
Opbrengsten
De onderliggende opbrengsten zijn € 174 miljoen lager dan in 2023. Dit is voor een groot deel een boekhoudkundig effect omdat EemsEnergyTerminal sinds eind 2023 niet meer volledig wordt geconsolideerd omdat we nog maar voor de helft aandeelhouder zijn. Dit leidt tot lagere opbrengsten van ongeveer € 200 miljoen. De gerapporteerde opbrengsten zijn € 767 miljoen lager dan vorig jaar. Naast het hiervoor beschreven boekhoudkundig effect van EemsEnergyTerminal komt dit voor ongeveer € 300 miljoen door lagere tarieven als gevolg van de methode van regulering. Hierin zijn onder meer de verrekeningen uit 2022 verwerkt. Daarnaast zijn de capaciteitsboekingen ongeveer € 100 miljoen lager en ook de opbrengsten uit veilingen zijn ongeveer € 100 miljoen lager.
Bedrijfsresultaat
Het onderliggend bedrijfsresultaat is € 41 miljoen lager dan vorig jaar. Naast de hierboven beschreven ontwikkelingen ten aanzien van de opbrengsten is dit voor een groot deel het effect van een toename van het aantal medewerkers, met name vanwege de ontwikkeling van onze energietransitie-projecten. De energiekosten die samenhangen met het transport en het op de juiste kwaliteit brengen van gas zijn lager dan vorig jaar. Dit is bijna volledig het gevolg van het niet consolideren van EemsEnergyTerminal sinds eind 2023. Dit heeft ook lagere afschrijvingskosten tot gevolg. Daarnaast is er een deel van de voorziening voor opruimingskosten en saneringen van leidingen in het GTS-netwerk vrijgevallen.
Het gerapporteerde bedrijfsresultaat is € 508 miljoen lager dan vorig jaar. Naast de hierboven toegelichte effecten zijn de energietarieven gedaald, evenals de hoeveelheid energie die nodig was voor het gastransport.
Resultaat na belastingen
De financiële baten en lasten zijn in lijn met vorig jaar, net als het resultaat dat we ontvingen uit onze deelnemingen. Dit leidt tot een onderliggend netto resultaat van € 355 miljoen, wat € 75 miljoen lager is dan in 2023. Het gerapporteerde netto-resultaat bedraagt vanwege alle regulatoire verrekeningen € 70 miljoen en is € 413 miljoen lager dan in 2023.
In miljoenen euro's | 2024 | 2023 |
---|---|---|
Balans | ||
Vaste activa | 10.490 | 10.052 |
Eigen vermogen | 6.401 | 6.596 |
Balanstotaal | 11.048 | 11.018 |
Kasstroomoverzicht | ||
Kasstroom uit operationele activiteiten | 323 | 863 |
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -753 | -815 |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | 202 | -189 |
Netto kasstroom | -228 | -141 |
Investeringen
De operationele cashflow is € 540 miljoen lager dan in 2023. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door het lagere bedrijfsresultaat in 2024. In 2023 hadden de aansluitingen van de LNG-opslagen in Duitsland een groot aandeel in de investeringscashflow, net als WarmtelinQ en Porthos. In 2024 komen de investeringsuitgaven met name voor rekening van WarmtelinQ, Porthos en Waterstof Netwerk Nederland.
Financiële vooruitzichten
We verwachten dat het bedrijfsresultaat en het netto-resultaat de komende jaren weer stijgt in vergelijking tot 2024.
Meerdere energietransitie-projecten zijn inmiddels (gedeeltelijk) goedgekeurd. Ook in de komende jaren verwachten we investeringsbesluiten te nemen voor nieuwe energietransitie-projecten.
Gasunie lost in het tweede halfjaar van 2025 een lening van de Europese investeringsbank (EIB) af. Deze lening heeft een hoogte van € 125 miljoen. In 2026 lost Gasunie nog eens een obligatielening van € 650 miljoen af.
Regulering
Nederland
Toezichthouder ACM bepaalt de toegestane omzet van GTS en daarmee de hoogte van de GTS-tarieven, aan de hand van het methodebesluit. Het methodebesluit beschrijft de wijze waarop GTS haar efficiënte kosten gedurende een reguleringsperiode mag terugverdienen en de regels die daarbij gelden. De huidige reguleringsperiode loopt van 2022 tot en met 2026.
Eind 2023 heeft de ACM een gewijzigd methodebesluit vastgesteld naar aanleiding van de uitspraak van College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het gewijzigde methodebesluit zorgde voor een significante stijging van de toegestane omzet van GTS. De stijging in toegestane inkomsten heeft samen met een afname van gecontracteerde capaciteiten geleid tot een stijging van het transporttarief voor 2025 met gemiddeld circa 52% ten opzichte van 2024. De tariefstijging volgt op de sterke daling met 20% voor de transporttarieven van het jaar 2024 ten opzichte van het jaar 2023. Op de rekening van de eindverbruiker heeft de tariefstijging van GTS een beperkt effect omdat het aandeel van de GTS-transportkosten op de totale energierekening erg klein is.
Op dit moment werkt ACM aan een nieuwe reguleringsmethodiek waarmee de toezichthouder vanaf 2027 de toegestane omzet gaat vaststellen. De regulator wil met deze nieuwe methodiek beter aansluiten bij de uitdagingen van netbeheerders in het kader van de energietransitie. Om de nieuwe reguleringsmethode verder vorm te geven, organiseert de ACM de komende tijd consultaties. Een ontwerpmethodebesluit voor de periode 2027 tot en met 2031 wordt verwacht in het najaar van 2025.
Duitsland
BNetzA heeft het rendement op eigen vermogen voor de reguleringsperiode 2023-2027 vastgesteld op 5,07% vóór belasting voor nieuwe activa en 3,51% vóór belasting voor oude activa. Samen met meerdere andere netwerkbeheerders heeft GUD hiertegen bezwaar aangetekend bij de rechtbank. In 2023 oordeelde het Oberlandesgericht Düsseldorf in het voordeel van de netwerkbeheerders en vernietigde de door de instantie vastgestelde tarieven. BNetzA heeft beroep aangetekend bij het Duitse Federale Hof van Justitie en op de meeste punten gelijk gekregen.
Begin 2022 begon BNetzA met de evaluatie van een nieuwe algemene efficiëntiefactor die van toepassing is op alle netwerkbeheerders in de reguleringsperiode 2023-2027. In 2023 publiceerde BNetzA een conceptbesluit waarin de efficiëntiefactor Gas werd vastgesteld op 0,75%. De definitieve vaststelling is nog in afwachting van aanvullende rechtszaken met betrekking tot de efficiëntiebenchmark voor de decentrale netwerkbeheerders.
In 2021 oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de Duitse wetgever de bevoegdheden van BNetzA in strijd met de Europese wetgeving had beperkt. Als gevolg hiervan trad eind 2023 nieuwe wetgeving in werking die BNetzA meer beslissingsbevoegdheid verleent. Begin 2024 startte BNetzA procedures om de verordeningen inzake stimuleringsregulering en netwerktarieven te vervangen door eigen bepalingen, in overeenstemming met de uitspraak van het Hof.
In Duitsland krijgen de netbeheerders vanaf 2026 door een wetswijziging een hoge mate van flexibiliteit in het bepalen van de gereguleerde afschrijvingstermijnen en -methodes. Deze wetswijziging introduceert ook het jaar 2045 als mogelijke einddatum voor de afschrijving van het aardgastransportnetwerk, in lijn met de Duitse klimaatwet en de ambitie om in 2045 klimaatneutraal te zijn. Het is de Duitse netbeheerders echter toegestaan om een langere of – binnen bepaalde kaders – zelfs nog kortere afschrijvingstermijn te hanteren, afhankelijk van hun eigen zienswijze op het (her)gebruik van hun netwerken.
Regulatoire verrekeningen
GTS en GUD hebben als transportnetbeheerder een monopoliepositie en staan daarom onder toezicht van respectievelijk de Autoriteit Consument en Markt en de Bundesnetzagentur. Deze toezichthouders bepalen hoeveel GTS en GUD mogen verdienen (de toegestane inkomsten). Op die manier wordt gewaarborgd dat de klanten van GTS en GUD een redelijk transporttarief betalen.
Zijn deze inkomsten in een jaar hoger dan toegestaan, dan moeten ze een aantal jaren later aan de markt worden teruggeven (‘verrekend’) in de vorm van lagere tarieven. Omgekeerd geldt hetzelfde. Dit mechanisme is ook van toepassing op de energiekosten en andere elementen uit de methode van regulering. Wanneer deze afwijken van de norm, worden ook deze verrekend.
Onder IFRS, de standaard boekhoudregels voor grote ondernemingen, mogen deze verrekeningen niet als vordering of schuld op de balans worden opgenomen. Daarom worden ze niet verantwoord in het jaar waarin ze ontstaan, maar in het jaar waarin ze in de tarieven worden verwerkt. Dit geeft een vertekend beeld van het financiële resultaat in een bepaald jaar. Vanwege de grote omvang van deze verrekeningen presenteren we daarom ook een onderliggend resultaat in de kerncijfers.
In miljoenen euro's | 2024 |
---|---|
Gasunie Transport Services | |
Te verrekenen op 1 januari | -132 |
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren | 143 |
Toekomstig te ontvangen verrekeningen | 289 |
Te verrekenen op 31 december | 300 |
Gasunie Deutschland | |
Te verrekenen op 1 januari | -99 |
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren | 15 |
Toekomstig te ontvangen verrekeningen | 96 |
Te verrekenen op 31 december | 12 |
In de tarieven van 2024 is een bedrag verrekend van € 158 miljoen vanuit voorgaande jaren. Dit bedrag bestaat uit een negatieve verrekening van € 143 miljoen voor Gasunie Transport Services en € 15 miljoen voor Gasunie Deutschland. De in 2024 gerealiseerde omzet, energiekosten en investeringen wijken af van de norm die is vastgesteld door de toezichthouders in Nederland en Duitsland. Tezamen met effecten uit eerdere jaren die nog verrekend mogen worden leidt dit voor Gasunie Transport Services tot een toekomstige vordering van € 289 miljoen en voor Gasunie Deutschland leidt dit tot een toekomstige vordering van € 96 miljoen. Deze bedragen worden verrekend in de tarieven van de volgende jaren.
Ultimo 2024 moet regulatoir een bedrag van € 312 miljoen worden verrekend. Dit bedrag bestaat uit een te vorderen bedrag voor Gasunie Transport Services van € 300 miljoen en een te vorderen bedrag voor Gasunie Deutschland van € 12 miljoen. Dit is een schatting, de toezichthouders stellen uiteindelijk de definitieve verrekeningen vast. In het onderstaande overzicht splitsen we het te verrekenen bedrag naar de perioden waarin de bedragen op basis van IFRS grondslagen worden verrekend in de tarieven:
In miljoenen euro's | Totaal | 2025 | 2026 - 2029 | 2030 > |
---|---|---|---|---|
Te verrekenen bedragen naar looptijd ultimo 2024 | ||||
Gasunie Transport Services | 300 | 10 | 290 | - |
Gasunie Deutschland | 12 | 9 | 3 | - |
Totaal te verrekenen | 312 | 19 | 293 | - |