Spring naar inhoud

Circulariteit

Circulariteit

De vraag naar producten neemt wereldwijd toe, terwijl veel grondstoffen waarmee deze producten gemaakt worden, schaarser of duurder worden. Het wordt daarom steeds belangrijker om zuinig en slim met producten en grondstoffen om te gaan.

Impacts, risico’s en kansen

Gasunie gebruikt veel schaarse en dure grondstoffen, de gesprekken met interne en externe stakeholders hebben geleid tot het inzicht dat de impact voor Gasunie met name op staal ligt. Het overgrote deel van de infrastructuur bestaat uit staalcomponenten. Dit levert vanuit de dubbele materialiteitsanalyse de volgende impacts, risico’s en kansen op:

Circulaire economie
Inside-out Negatieve impact: Grondstofwinning leidt tot uitputting van natuurlijke bronnen (staal).
Outside-in Transitierisico: Hogere inkoopkosten als gevolg van stijgende grondstofprijzen (van staal). ​

Beleid

Gasunie conformeert zich aan het doel van de Nederlandse overheid om de Nederlandse economie vanaf 2050 volledig circulair te laten zijn. Dat is een economie waarin nauwelijks afval bestaat, waarin zoveel mogelijk duurzame hernieuwbare grondstoffen worden gebruikt en waarbij producten en grondstoffen worden hergebruikt. Door in te zetten op circulariteit dragen we bij aan het voorkomen van afval en ondervangen we eveneens het potentiële risico dat de prijzen van grondstoffen in de toekomst stijgen door schaarste.

Om te komen tot een volledig circulaire economie, heeft de overheid ook een tussendoel geformuleerd: in 2030 gebruikt de samenleving gemiddeld 50% minder primaire grondstoffen zoals mineralen en metalen. Gasunie Nederland en Gasunie Duitsland onderschrijven dit. Onze ambitie is om in 2040 100% circulaire bedrijfsvoering te hebben.

De afgelopen jaren heeft Gasunie zich ingezet om verantwoord om te gaan met grondstoffen en materialen. We hebben zowel aan de instroomkant als uitstroomkant initiatieven genomen om onze impact te verlagen. Met het omarmen van circulariteit als materieel thema en het vormgeven van de nieuwe CSR-strategie laten we zien dat we deze inzet op circulariteit en het gebruik van secundaire materialen willen vergroten.

Tegelijkertijd erkennen we dat ons huidige beleid onvolledig is; mede omdat we onze ambities verder hebben aangescherpt. We zijn bezig met het door ontwikkelen van een beleid dat moet zorgen voor het behalen van circulariteitsdoelen. Dit doen we in samenwerking met andere netbeheerders. Daarnaast zijn we bezig met het vormgeven van een programma met maatregelen die aansluiten bij de duurzaamheidsdoelstellingen.

In 2025 moeten dit nieuwe beleid en programma zijn vormgegeven. Uitgangspunt daarbij is het 10-R model van de MacArthur Foundation. Dit model beschrijft tien hiërarchische stappen in termen van circulariteit, van boven naar beneden. Hoe hoger de R, hoe hoger de circulariteitsscore:

  1. Refuse & rethink (Weigeren & heroverwegen)
  2. Re-duce (Verminderen)
  3. Re-design (Herontwerpen)
  4. Re-use (Hergebruiken)
  5. Repair (Repareren)
  6. Refurbish (Opknappen)
  7. Remanufacture (Herfabriceren)
  8. Repurpose (Herbestemmen)
  9. Recycle (Recyclen)
  10. Recover (Terugwinnen)

Ons doel is om initiatieven te starten die zo hoog mogelijk in het R-model staan. Bij Gasunie zien we de optie ‘Recover’ niet als circulair. Al onze producten moeten geschikt zijn voor recycling of hoger. De eerste drie stappen in het 10R-model zijn van toepassing op de ontwikkelingsfase van een product/dienst. Binnen onze eigen operaties passen we deze stappen toe bij de ontwikkeling van onze eigen activa.

Onze primaire focus bij het toepassen van de principes van de circulaire economie ligt op staal*; de belangrijkste bron van zowel instroom als uitstroom van materialen bij Gasunie. Het grootste deel van onze huidige infrastructuur bestaat uit stalen producten zoals stalen pijpen. Gezien de vele mogelijkheden voor circulair gebruik van deze productgroep, ziet Gasunie veel kansen om bij te dragen aan een circulaire economie.

* Hieronder vallen de producten pijpen, flenzen, afsluiters, bochten, T-stukken en verlopen.

In het onderzoeksrapport ‘Naar een Circulaire Energie-infrastructuur’ (september 2024) doen de gezamenlijke Nederlandse netbeheerders in samenwerking met producenten, leveranciers en brancheverenigingen zeven concrete aanbevelingen om de stap te maken naar een circulaire energie-infrastructuur. De uitkomsten van het onderzoek tonen aan dat we sneller en kostenefficiënter kunnen werken als we circulaire strategieën toepassen in de kernactiviteiten van ons netbeheer.

Met de andere netbeheerders en met onze leveranciers verkennen we innovatieve oplossingen en delen we praktijkervaringen. Voor bijvoorbeeld de levering van regelkleppen voor het toekomstige waterstofnet van Hynetwork hebben we in 2024 circulariteit nadrukkelijk meegenomen als eis bij de aanbesteding. De gietstukken zullen in een elektrische oven voor nagenoeg 100% van schroot worden gemaakt. Hiermee wordt 80% minder CO2 geproduceerd.

De raad van bestuur ziet toe op de voortgang in het uitvoeren van bestaand beleid en het opstellen van nieuw beleid op het thema circulariteit.

Actieplannen

We hanteren de volgende aanpak:

Herinzet activa (LT)

Tot 2030 willen we in Nederland en Duitsland honderden kilometers stalen gasleidingen, die overbodig worden door de dalende vraag naar aardgas, ombouwen tot waterstofleiding. Deze leidingen kunnen na herbestemming nog vele decennia in gebruik blijven. In de twee decennia na 2030 kunnen, door de dalende vraag naar aardgas en de groeiende vraag naar waterstof, nog veel meer gasleidingen worden herbestemd. Ook zijn er initiatieven genomen om reverse logistics toe te passen op ontmantelingsprojecten. Hierbij gaan we na of we onderdelen kunnen reviseren voor een nieuw leven binnen of buiten Gasunie.

Inkoop (LT)

Om het circulariteitsgehalte in beeld te krijgen, vragen we grondstoffenpaspoorten uit. Dit initiatief is uit het samenwerkingsverband Groene Netten voortgekomen. In het grondstoffenpaspoort staat uit welke grondstoffen het artikel bestaat, hoeveel gewicht er van iedere grondstof in het artikel zit, voor hoeveel procent de grondstof bestaat uit gerecycled materiaal en voor hoeveel procent de grondstof weer kan worden teruggewonnen aan het einde van de levenscyclus van het artikel.

Onze inkoopafdelingen in Nederland en Duitsland onderzoeken samen of en vanaf wanneer Europese gestandaardiseerde Environmental Product Declarations (EPD's) kunnen worden gebruikt als alternatief voor de nationale grondstoffenpaspoorten. In een aanbestedingstraject voor inkoop van een buisleiding is in 2024 voor het eerst een EPD uitgevraagd.

De inkoop van groen staal (staal geproduceerd met een schrootgehalte van meer dan 20%, wat momenteel de industrienorm is) wordt pas begin 2026 verwacht vanwege onvoldoende marktbeschikbaarheid en heeft dus geen invloed op de circulariteitsprestaties van Gasunie in 2024.

Middelen

Momenteel is Gasunie bezig met het opzetten van een programma om het thema circulariteit verder uit te werken en te operationaliseren in 2025. Binnen de scope van dit programma brengen we onder andere in kaart welke middelen en investeringen er nodig zijn om de doelstellingen zoals opgenomen in de CSR-strategie te behalen.

Meetbare doelen

De ESRS maakt onderscheid tussen instroom en uitstroom van grondstoffen en materialen. 
We beschouwen een product of component als circulair als het voldoet aan een van de hoogste negen niveaus van het 10-R model. Alle doelen zijn gebaseerd op dit model en moeten de circulariteitsscore binnen Gasunie verhogen. We streven ernaar om producten en componenten op de hoogst mogelijke trede van de R-ladder te plaatsen.

Ons doel is om in 2040 100% circulair te zijn op zowel instroom als uitstroom van staal. Dit is sneller dan de doelstelling die Nederland heeft gesteld. Als tussentijds doel willen we in 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruiken ten opzichte van 2020 door secundaire materialen in te zetten.

Instroom

Gasunie koopt op jaarbasis significante hoeveelheden staal in. We dagen onze leveranciers uit om te laten zien wat ze kunnen en we werken met hen samen aan het creëren van circulaire oplossingen en het verminderen van primair grondstofgebruik. Op dit moment heeft Gasunie op de instroom van materialen nog geen concrete doelen vastgesteld daar deze nog niet concreet zijn onderzocht. In het op te zetten programma inzake circulariteit gaan we concrete doelen vaststellen met oog op levensduurverlenging en product- en materiaalinnovatie.

Uitstroom

Tot op heden hebben we ons alleen gericht op de instroom van materialen. We hebben nog geen overkoepelend beleid, acties en doelstellingen geformuleerd over hoe we in de toekomst om willen gaan met staal die het bedrijfsproces verlaat (afval). In de praktijk worden er initiatieven genomen op het gebied van circulariteit en uitstroom van onze onderdelen en materialen (zie actieplannen). In 2025 werken we aan het formuleren van concrete doelen voor de uitstroom van staal en wijzen we hier mensen en middelen aan toe.

Bij alle maatstaven inzake staal heeft geen validatie door een externe partij, niet zijnde onze accountant, plaatsgevonden.

Realisatie van onze doelen

Instroom

Het totale gewicht staal dat Gasunie in 2024 heeft ingekocht is voor 13,2% gemaakt van gerecyclede materialen. In 2024 hebben we voor het eerst een buisleiding gekocht die voor 100% is gemaakt van schroot. Onze materiaalinstroom*  in 2024 is als volgt:

Materiaalinstromen 2024 - GU  
Totaalgewicht staal (in ton)  21.216 
   
Totaal  21.216 

* De verantwoorde data inzake totaalgewicht staal (in ton) en het gerecyclede materiaal (schroot) zijn berekend. Zie voor de Uitgangspunten berekening aantal kilo’s staal en gerecyclede materialen voor het ingekochte staal de Appendix Duurzaamheidsverklaring.

Materiaalinstromen 2024 - GU  
Gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal, absoluut (in ton)  2.801 
Gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal, procentueel (%) 13,2%

Uitstroom

De relevante afvalstroom voor het beheren, onderhouden en ontwikkelen van infrastructuur voor grootschalig transport, opslag en conversie van energie betreffen hoofdzakelijk de uit gebruik genomen (gas)leidingen. Deze materiaaluitstroom uitgesplitst in gevaarlijk- en niet-gevaarlijk afval staal is in 2024 als volgt:

Afval staal (in ton) 2024 - GU  
Gevaarlijk afval staal  
Omgeleid van verwijdering  
- Hergebruik  - 
- Recycling  817 
- Andere nuttige toepassingen  - 
Totaal omgeleid van verwijdering  817 
   
Gericht op verwijdering  
- Verbranding*  8 
- Storten*  26 
- Andere vormen afvalverwijdering  - 
Totaal gericht op verwijdering  34 
   
Totaal gevaarlijk afval staal  851 
   
Niet-gevaarlijk afval staal  
Omgeleid van verwijdering  
- Hergebruik  - 
- Recycling  255 
- Andere nuttige toepassingen  - 
Totaal omgeleid van verwijdering  255 
   
Gericht op verwijdering  
- Verbranding  - 
- Storten  - 
- Andere vormen afvalverwijdering  - 
Totaal gericht op verwijdering  - 
   
Totaal niet-gevaarlijk afval staal  255 
   
Totaal afval staal  1.106 
   
Totale hoeveelheid afval staal omgeleid van verwijdering (%) 97%
Totale hoeveelheid afval staal gericht op verwijdering (%) 3%
   
Totale hoeveelheid niet-gerecycled afval staal (in ton)  34 
Totale hoeveelheid niet-gerecycled afval staal (%) 3%

Het verantwoorde aantal tonnen gevaarlijk afval staal over 2024 is gebaseerd op de jaaropgave 2024 van de externe partij Reym waaraan we onze uit bedrijf genomen (aardgas)leidingen leveren. De materialen die aanwezig zijn in deze uit bedrijf genomen (aardgas)leidingen zijn verontreinigd metaal, bitumencoating, aardgascondensaat of HgS-scaling, buizen gevuld met schuimbeton en LSA-besmet materiaal. Deze hoeveelheid aangeleverd gevaarlijk afval is bepaald door meting via de weegbrug.

Het verantwoorde aantal tonnen niet-gevaarlijke afval staal over 2024 is afkomstig van de opgave van de externe partij Milgro. Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op oud ijzer en voorraad stalen leidingen die niet meer aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen.