Spring naar inhoud

Aanvullende informatie

Aanvullende informatie

Over dit verslag

Verslaggevingsgrondslagen

De in dit jaarverslag opgenomen financiële, operationele en maatschappelijke informatie is opgesteld aan de hand van: 

  • International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals bekrachtigd door de Europese Unie
  • Nederlandse Corporate Governance Code 2022
  • EU Taxonomie-verordening en afgeleide regelgeving
  • EU Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) 2023
  • Relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek

Opbouw van het verslag

Het bestuursverslag opgenomen in dit jaarverslag bestaat uit de hoofdstukken 1 tot en met 11, hoofdstuk 4 met uitzondering van de Samenstelling raad van commissarissen, het Verslag van de raad van commissarissen en het Remuneratierapport en de Aanvullende informatie met uitzondering van het Verslag van de OR.

Onderdeel van het bestuursverslag is de Duurzaamheidsverklaring bestaande uit de hoofdstukken 5. Algemeen, 6. Energietransitie, 7. Emissies, 8. Circulariteit, 9. Leveringszekerheid, 10. Veiligheid en 11. Welzijn van medewerkers, de Appendix Duurzaamheidsverklaring, de informatie die is opgenomen door verwijzing (zie hiervoor de Referentietabel) en is beoordeeld (‘limited assurance’) door onze externe accountant.

Appendix Duurzaamheidsverklaring

Energietransitie

Bijdrage aan het Nationale Transitiepad

Nederland wil in 2050 netto geen CO2 meer uitstoten. De gebruikers van de netten van Gasunie leveren hier een grote bijdrage aan. Door gebruik te maken van de nieuwe energienetten die Gasunie dit decennium aanlegt: voor het transport van afgevangen CO2, waterstof en warmte en doordat we steeds meer groen gas gaan vervoeren door onze bestaande energienetten. We hebben voor 2024 berekend hoe groot de invloed van Gasunie de komende jaren is op de Nederlandse route naar decarbonisatie (het 'Transitiepad'). Het is de vierde keer dat we dit berekend hebben.

In het hoofdstuk Energietransitie, paragraaf Onze prognoses laten we zien wat het effect is van de investeringen die we tot en met 2030 willen doen op de nationale broeikasgasemissies. We laten zien wat de invloed is op het transitiepad; het gemiddelde CO2-reductietempo dat Nederland moet aanhouden om in 2050 netto emissievrij te worden. Uit onze calculaties blijkt dat, als we in staat worden gesteld alle tot en met 2030 geplande investeringen op tijd en onveranderd uit te voeren, Nederland eerder dan 2050 netto CO2-neutraal kan worden.

Hoe meer duurzame Gasunie-projecten er op tijd af komen, hoe groter de hoeveelheden groene moleculen en afgevangen CO2 die we voor onze klanten zullen vervoeren. Deze verduurzaming gaat waarschijnlijk gepaard met een afname van de hoeveelheid fossiele energie die we vervoeren. In de grafieken van de eerder genoemde paragraaf tonen we de netto-emissies, oftewel de CO2-voetafdruk van alle energie die we in opdracht van derden vervoeren van en naar partijen in Nederland. Deze reductie wordt mede mogelijk gemaakt door invoeders, aangeslotenen en projectpartners van Gasunie.

We houden alleen rekening met de gassen die door het Gasunie-netwerk stromen. Zo laten we bijvoorbeeld de bijdrage van groen gas in de netten van de regionale netbeheerders buiten beschouwing. Eventuele negatieve emissies van groengasproductie zijn ook niet meegeteld. Bij waterstof is alleen groene waterstof en import meegenomen. Blauwe waterstof laten we buiten beschouwing, om dubbeltelling met CCS-projecten te voorkomen.

Voor de bepaling van de bijdrage van onze investeringen in groen gas en waterstof veronderstellen we dat hiermee het gebruik van aardgas wordt vervangen. Deze aanname is conservatief. De emissiereductiebijdrage wordt groter wanneer bijvoorbeeld olie of steenkool wordt vervangen. Voor CCS-projecten hanteren we de verwachte CO2-transportstroom van afgevangen CO2 uit Nederland. Eventuele opslag van CO2 uit omringende landen tellen we niet mee. Upstream-ketenemissies zijn niet meegenomen.

De emissiereductie wordt bepaald ten opzichte van basisjaar 2023. Als referentie voor alle externe ontwikkelingen (buiten de duurzame Gasunie-projecten om) gebruiken we de Klimaat en Energieverkenning (KEV) van PBL. Voor de jaren tot aan 2025 gebruiken we hiervoor het scenario met vastgesteld en voorgenomen beleid. Voor 2030 nemen we ook het geagendeerd beleid mee. Tussenliggende jaren zijn geïnterpoleerd. We gebruiken een aardgas-emissiefactor van 56,2 kg/GJ.

De weergegeven emissies zijn netto-emissies. Bij netto nul emissies kan er nog steeds aardgasverbruik zijn. Bijvoorbeeld omdat de CO2-emissies van fossiele brandstoffen worden afgevangen (CCS). De emissiereductie door lagere gasvraag komt uit de KEV-editie 2024. Hierin is meegenomen dat het gebruik van aardgas daalt en dat het gebruik van groen gas stijgt.

In de cijfers houden we alleen rekening met de emissiereductie in Nederland. De energietransitie-investeringen van Gasunie kunnen ook bijdragen aan emissiereductie in het buitenland, bijvoorbeeld door export van waterstof (in 2030 goed voor 2,8 MTon reductie), of transport van buitenlandse CO2 voor opslag in Nederland (in 2030 goed voor 3,5 MTon reductie).

Omdat Gasunie ook in Duitsland actief is, hebben we het emissiereductie-effect van onze voorgenomen Duitse waterstofnet-investeringen (Hyperlink) ook meegenomen in de tabel. Dit effect tellen we niet mee bij het berekenen van onze invloed op het nationale transitiepad voor Nederland. De invloed van Gasunie op het nationale transitiepad van Duitsland hebben we niet berekend en niet gevisualiseerd, omdat de impact die we in Duitsland kunnen maken veel geringer is dan in Nederland, waar we de enige aardgastransportnetbeheerder zijn.

We houden in dit jaarverslag nog alleen rekening met de effecten van onze investeringen tussen 2020-2030. Een nieuwe reeks Gasunie-investeringen voor de periode 2030-2040 kan leiden tot een steilere daling van het Nationale Transitiepad.

Onze nieuwe prognoses m.b.t. facilitering van CO₂-emissiereductie (jaarverslag 2024)
Onze oude prognoses m.b.t. facilitering van CO₂-emissiereductie (jaarverslag 2023)
Onze nieuwe prognoses m.b.t. facilitering van CO₂-emissiereductie in Duitsland (jaarverslag 2024)
Onze oude prognoses m.b.t. facilitering van CO₂-emissiereductie in Duitsland (jaarverslag 2023)
Taxonomie
Basis voor de opstelling

De taxonomie tabellen zijn opgesteld in overeenstemming met de rapportagevereisten uit artikel 8 van de delegated act behorende bij EU verordening 2020/852. De rapportagevereisten zijn nader gespecificeerd in bijlage I en II van de delegated act. De basis voor de tabellen zijn de geconsolideerde financiële overzichten van de N.V. Nederlandse Gasunie.

Capex KPI

Het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten in onze capex hebben we berekend door de capex van in aanmerking komende economische activiteiten (teller) te delen door de totale capex (noemer). In de teller en noemer zijn onze investeringen in materiële vaste activa en immateriële vaste activa opgenomen. Aanvullend hebben we nog onze investeringen in joint ventures die in aanmerking komende activiteiten realiseren toegelicht. In de geconsolideerde jaarrekening worden de hierboven genoemde posten nader toegelicht in noot 5 'Materiële vaste activa', noot 6 'Immateriële vaste activa' en noot 8 'Investeringen in joint ventures'.

Opex KPI

Het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten in onze opex hebben we berekend door de opex van in aanmerking komende activiteiten (teller) te delen door de totale opex (noemer). Volgens de EU-taxonomie gedelegeerde verorderning (EU) 2021/2178 omvat de opex noemer naast directe niet-geactiveerde kosten in verband met onderzoek en ontwikkeling, maatregelen voor de renovatie van gebouwen, leaseovereenkomsten van korte duur, onderhoud en reparatie ook alle andere directe uitgaven die verband houden met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa die nodig zijn voor een continu en doeltreffend functioneren van de activa. Op basis van deze definitie en in lijn met onze activiteiten: het beheren, onderhouden en ontwikkelen van infrastructuur voor grootschalig transport, opslag en import van energie en gassen, hebben wij alle personeelskosten en de overige kosten meegenomen in de opex noemer. Wij hebben de personeelskosten en overige kosten gecorrigeerd voor aan investeringen toegerekende kosten (zoals opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening) en overheadkosten.

In de overige kosten zijn ook de kosten voor netbeheer inbegrepen, dit betreffen met name de inkoop van stikstofproductiecapaciteit en elektriciteit voor de productie van stikstof en de kosten van elektriciteit en gas voor het gastransport en de gasopslag. Deze kosten zijn onlosmakelijk verbonden met het continu en doeltreffend laten functioneren van onze activa.

Aangezien we de definitie voor de opex noemer in 2024 hebben aangescherpt, hebben we ook de vergelijkende cijfers hieromtrent in de opex taxonomie tabel aangepast.

Omzet KPI

Het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten in onze totale omzet hebben we berekend door de omzet van in aanmerking komende activiteiten (teller) te delen door de totale netto-omzet (noemer) zoals opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2024. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de gehanteerde grondslagen voor de netto-omzet nader uiteengezet.

EU Taxonomy-tabel capex
EU Taxonomy-tabel opex
EU Taxonomy-tabel omzet


Activiteiten in verband met kernenergie en fossiel gas

Kernenergie  
1 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus Nee
2 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. Nee
3 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. Nee
Fossiel gas  
4 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. Nee
5 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Nee
6 De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. Nee

Emissies

Onze totale broeikasgasemissies

Hieronder zijn de in de ESRS voorgeschreven emissietabellen weergegeven:

in kilotonnen CO₂eq 2024 2023 2020 (basisjaar) % mutatie t.o.v. basisjaar
Scope 1 emissies        
Gasverbruik installaties  229,0   229,3     
Methaan  106,1   122,1     
Lease- en dienstauto's  2,5   2,3     
Gasverbruik gebouwen  2,7   2,1     
Koudemiddelen  0,2   0,7     
Noodaggreggaten  0,1   0,0     
Totaal scope 1 emissies  340,5   356,6   329,4  3%
Percentage scope 1-emissies van gereglementeerde emissiehandelssystemen (%) 73% 76%    
         
Scope 2 emissies        
Electriciteitsgebruik installaties  223,9   205,7     
Warmtegebruik installaties  0,7   133,6     
Electriciteitsgebruik gebouwen  1,7   1,7     
Electriciteitsgebruik lease-auto's  0,6   0,3     
Totaal scope 2 emissies (location based) *  226,9   341,4   288,6  -21%
         
Vergroening door GVO's        
Aandeel groen electra installaties  223,9   205,7     
Aandeel groen electra gebouwen  1,7   1,7     
Aandeel groen lease-auto's  0,6   0,3     
Totaal vergroening door GVO's  226,2   207,7   288,6  -22%
         
Totaal scope 2 emissies (market based)  0,7   133,6   -  -
         
Totaal emissies scope 1 + 2 (location based)  567,4   697,9   618,0  -8%
Totaal emissies scope 1 + 2 (market based)  341,2   490,2   329,4  4%

Naast het gebruik van aardgas hebben we ook groen gas gebruikt (40.873 MWh). Dit is niet in mindering gebracht op onze Scope 1-emissies zoals hierboven opgenomen.

In de tabel hieronder hebben we onze locatie gebaseerde Scope 1- en Scope 2-emissies weergegeven verdeeld naar groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in noot 62 ‘Overzicht groepsmaatschappijen en deelnemingen’, en joint operations en joint ventures waarover wij operationele zeggenschap hebben.

in kilotonnen CO₂eq Scope 1 Scope 2
     
Groepsmaatschappijen 291 185
Joint operations en joint ventures waarover wij operationele zeggenschap hebben 49,5 41,9
     
Totaal emissies 340,5 226,9
in kilotonnen CO₂eq 2024 2023 (basisjaar) % mutatie t.o.v. basisjaar
Scope 3 emissies      
       
(2) kapitaalgoederen  125,6   195,9   
(1) Ingekochte goederen en diensten  96,3   138,5   
(3) Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten (niet opgenomen in scope 1 of scope 2)  50,9   49,8   
(15) Investeringen  4,1   2,9   
(5) Afval geproduceerd bij activiteiten  3,5   4,7   
(7) Woon-werkverkeer werknemers  1,7   1,5   
(6) Zakelijk reisverkeer  1,4   1,2   
(4) Upstreamvervoer en -distributie  0,9   1,2   
(12) End-of-life-verwerking verkochte producten  0,7   0,6   
       
Totaal indirecte scope 3 emissies  284,9   396,3  -28%

In bovenstaande tabel zijn geen scope 3-emissies opgenomen met betrekking tot categorie 11, Gebruik van verkochte goederen en diensten. Deze categorie omvat emissies ten gevolge van het gebruik van goederen en diensten die in het verslagjaar zijn verkocht. Gasunie levert een dienst, die bestaat uit het transporteren en conditioneren van gas. Dat gas zelf is niet het product van Gasunie en de emissie die het eindgebruik daarvan oproept wordt volgens de vereisten van het GHG-protocol niet als ketenemissie van Gasunie in deze categorie gerapporteerd.

De categorieën C8, C9, C10, C11 en C14 zijn niet opgenomen in bovenstaande tabel, omdat deze niet van toepassing zijn op de bedrijfsvoering van Gasunie of omdat de omvang insignificant is.

Berekening scope 3

In de scope 3-berekeningen over 2024 konden we primaire gegevens verkrijgen die 30% van onze scope 3-emissies vertegenwoordigen (2023: 41%). Waar primaire gegevens niet of niet tijdig beschikbaar waren, hebben we secundaire gegevens gebruikt. De daling van het percentage primaire gegevens wordt veroorzaakt doordat we in 2024 minder (kapitaal)goederen en diensten (categorie 1 en 2) hebben ingekocht waarvan primaire data beschikbaar was. De methodologie die we in 2024 hebben gebruikt, is niet veranderd ten opzichte van 2023. Op termijn is het doel om de gegevenskwaliteit te verbeteren en de onzekerheid ervan te verminderen, om de prestaties zo effectief mogelijk te volgen.

Bij het in kaart brengen van onze scope 3-emissies, hebben we drie verschillende methoden gehanteerd:

  • Spend methode: Emissies worden vastgesteld op basis van de uitgaven aan de desbetreffende categorieën.
    • Brondata: Uitgaven zoals opgenomen in ons inkoopsysteem
    • Emissiefactoren database: DEFRA (2011)
    • Aannames: De DEFRA spend factoren corrigeren we voor de jaarlijkse inflatie op basis van CBS data
  • Volume-basis: Emissies worden vastgesteld op basis van het daadwerkelijke volume product, of service (bijvoorbeeld: kilogrammen, afgelegde afstand, verbruikte hoeveelheid energie).
    • Brondata: Facturen van leveranciers
    • Emissiefactoren database: CO2-emissiefactoren.nl (2024)
    • Aannames: Niet van toepassing
  • Supplier specifiek: Emissies worden direct berekend door onze leveranciers en bedrijven of activiteiten waar wij in deelnemen.
    • Brondata: Publieke (duurzaamheids) jaarrapportages van toeleveranciers
    • Emissiefactoren database: Niet van toepassing
    • Aannames: Emissiedata wordt vermenigvuldigd met de ratio van onze uitgaven t.o.v. de totale omzet van een aannemer.
      Rekenmethode
Scope 3 categorie Beschrijving van emissiebron Supplier specifiek Volume-basis Spend-basis
Categorie 1: Kapitaalgoederen
Categorie 2: Ingekochte goederen en diensten
Emissies door de productie van ingekochte staalmaterialen (gerelateerd aan de productie van stalen buizen, kleppen, flenzen, enzovoorts)   x x
Emissies door ingekochte bouwdiensten (voorkomend op onze bouwplaatsen) x   x
Emissies door de productie van ingekochte stikstof   x  
Overige ingekochte producten / diensten     x
Categorie 3: Brandstof- en energieactiviteiten Alle emissies door de productie en het transport van ingekochte brandstof en energie   x  
Categorie 1: Kapitaalgoederen

Deze categorie omvat alle upstream (cradle-to-gate) emissies van de winning, productie en transport van kapitaalgoederen (pijpleidingen, apparatuur, IT-hardware, gebouwen, faciliteiten en voertuigen) die door Gasunie zijn gekocht. Emissiebronnen voor kapitaalgoederen zijn alle uitgaven in verband met capex en mogen daarom geen verband houden met operationele uitgaven die op jaarbasis plaatsvinden. De emissies van kapitaalgoederen worden toegerekend aan het jaar waarin de kosten zich voordoen om consistentie met de financiële verslaglegging te waarborgen.

Categorie 2: Ingekochte goederen en diensten

Voor Gasunie is deze categorie de op een na meest dominante binnen de Scope 3-categorieën. Tot op heden registreerden we in deze categorie alleen de emissies die aan inkoop van stikstof waren verbonden. Waar dat mogelijk is, komen we met leveranciers overeen dat hun energiegebruik wordt vergroend (bijvoorbeeld door de aanschaf van GvO’s) waardoor de ketenemissies lager worden. Ook andere goederen en diensten (pijpleidingenmaterialen, engineering- en onderhoudsdiensten, odorant, heli-inspecties) hebben een nadrukkelijke bijdrage aan de keten-emissies. Voor de meest dominante – pijpleidingen, afsluiters, ICT, engineering diensten, aanneming van het werk – zijn of gaan we met de betreffende aanbieders in overleg met als doel tot emissiereductie te komen.

Categorie 3: Brandstof- en energieactiviteiten

Deze categorie omvat emissies die vrijkomen bij de extractie, productie en het transport van brandstoffen en elektriciteit die in het verslagjaar zijn gekocht en verbruikt en die niet onder Scope 1 of Scope 2 vallen. Alle upstream-emissies en transport- en distributieverliezen van ingekochte brandstof en elektriciteit (Wheel To Tank, WTT) worden in deze categorie gerapporteerd. Het omvat ook emissies door verliezen bij de transmissie en distributie van elektriciteit en de upstream- emissies van methaanlekkages (als onderdeel van Scope 1).

Energieverbruik en energiemix

In de tabel hieronder is ons energieverbruik en energiemix weergegeven. Vrijwel alle activiteiten van Gasunie hebben een grote klimaatimpact.

Energy consumptie en mix in Mwh 2024 2023
     
Energieverbruik uit fossiele bronnen    
Brandstofverbruik uit kolen en kolenproducten  -   - 
Brandstofverbruik uit ruwe olie en petroleum producten  8.975   7.357 
Brandstofconsumptie uit natuurlijk gas*  1.295.517   1.303.726 
Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen  -   - 
Verbruik van ingekochte of verkregen elektriciteit, warmte, stoom, en koeling uit hernieuwbare bronnen  25.701   485.200 
Totale energieverbruik uit fossiele bronnen  1.330.194   1.796.282 
Aandeel energieverbruik uit fossiele bronnen (%) 61% 72%
     
Energieverbruik uit nucliaire bronnen  -   - 
Aandeel energieverbruik uit nucliaire bronnen (%)  -   - 
     
Energieverbruik uit hernieuwbare energie    
Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen inclusief biomassa  65   118 
Verbruik van ingekochte of verkregen elektriciteit, warmte, stoom, en koeling uit hernieuwbare bronnen  833.794   713.981 
Verbruik van zelf opgewekte hernieuwbare energie  4.070   1.609 
Totaal energieverbruik uit herniewbare bronnen  837.930   715.708 
Aandeel energieverbruik uit hernieuwbare bronnen (%) 39% 28%
     
Totale energieconsumptie  2.168.124   2.511.990 
Gasverbruik

Ons aardgasgebruik in 2024 is ongeveer gelijk aan het verbruik in 2023. Het verbruik van ons aardgas in Nederland is met 19% gestegen ten opzichte van 2023 (van 389 naar 461 miljoen kWh). Deze stijging wordt met name veroorzaakt door het gebruik van boilers op de EemsEnergyTerminal (van 167 naar 270 miljoen kWh). De opgewekte warmte van deze boilers worden naast de warmte van het havenwater ingezet voor de vergassing van LNG.

Ongeveer 60% van ons aardgasverbruik in Nederland wordt veroorzaakt door de inzet van de boilers op EemsEnergyTerminal. De hoeveelheid aardgas dat benodigd was voor compressie is in 2024 met 44% gedaald (van 68 miljoen naar 38 miljoen kWh).

In Duitsland is het aardgasverbruik in 2024 met 8% gedaald naar 808 miljoen kWh. De daling komt grotendeels door veranderingen in gasstromen en kan maar deels door GUD worden beïnvloed.

Wat ons gasverbruik betreft, hebben we in Nederland in 2024 4,2 miljoen m3 vergroend met Garanties van Oorsprong (GvO’s) (2023: ruim 1,9 miljoen m3) vergroend met GvO’s*. In Duitsland was het in 2024 niet mogelijk om groen gas in te kopen tegen acceptabele prijzen en voorwaarden.

Groen gas maakt geen deel uit van het systeem van garanties van oorsprong omdat er geen internationaal erkende certificering voor is. Vooralsnog is het volgens het Greenhouse Gas Protocol nog niet mogelijk om groengascertificaten te gebruiken voor scope 1- en 3-emissiereductie.

Warmteverbruik

Bij de EemsEnergyTerminal wordt vloeibaar aardgas met behulp van warmte omgezet naar gasvormig aardgas. Voorheen werd de omzetting gedaan met warmte die geleverd werd door derden. In 2024 was dit niet meer nodig, omdat we op eigen terrein boilers gebruiken. We gebruiken nog een relatief kleine hoeveelheid warmte van derden voor het verwarmen van aardgas op de gasontvangstations in Nederland.

Elektriciteitsgebruik

Tegengestelde effecten tekenen ons elektriciteitsgebruik in 2024. Doordat in 2024 ten opzichte van 2023 minder aardgas is getransporteerd, is er ook minder elektrische compressie nodig geweest. Het elektriciteitsverbruik is toegenomen door de (gefaseerde) ingebruikname van de stikstofinstallatie in Zuidbroek en de aansluiting van EemsEnergyTerminal op walstroom.

Circulariteit

Uitgangspunten berekening aantal kilo’s staal en gerecyclede materialen voor het ingekochte staal

Binnen de afdeling inkoop vindt geen registratie plaats van het aantal ingekochte kilo’s staal en het percentage gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal. Om deze rapportagevereisten voor het jaar 2024 te kunnen verantwoorden heeft de afdeling inkoop een berekening en inventarisatie uitgevoerd, resulterend in een totaalgewicht staal (in ton) van 21.216 en 13,2% (absoluut in ton: 2.801) aan gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal.

De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij de berekening van het aantal kilo staal (in ton) en gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal (% en in ton):

Uitgangspunten aantal kilo staal
  • Om te komen tot het aantal kilo’s ingekocht staal is uitgegaan van de volgende producten: pijpen, flenzen, afsluiters, drukapparaten en drukvaten, bochten en koppelingen;
  • Uitgangspunt bij de berekening van het aantal kilo van deze producten is dat deze bestaan uit 100% staal;
  • Voor pijpen is de volgende methode gehanteerd om het aantal ingekochte kilo per meter te berekenen: Kg/meter = (R-(R - 2 x WD)  2) x (π/4) x 1000 x 7850/1000000000
    R = buitenste straal, WD = wanddikte, π = pi de wiskundige constante (ongeveer 3,14159), 7850 = de dichtheid van staal, 1000 en 1000000000 zijn conversiefactoren om de juiste eenheden te berekenen;
  • Voor flenzen, afsluiters, drukapparaten en drukvaten, bochten en koppelingen is het aantal kilo bepaald door de ingekochte artikelnummers in 2024 te koppelen aan een extern opgestelde lijst (door het architecten- en ingenieursadviesbureau SWECO) waarop de kilo’s per artikelnummer zijn weergegeven;
  • Bij de artikelnummers van pijpen en de overige productgroepen waarbij het niet mogelijk was om het gewicht te berekenen (in verband met het ontbreken van de benodigde informatie) is middels extrapolatie van de berekende populatie een inschatting gemaakt van het aantal kilo staal.
Uitgangspunten aantal kilo gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal
  • Voor een drietal grote leveranciers (Mannesmann Line Pipe, EEW PPE Line en Corinth) is het percentage gerecyclede materialen (schroot) voor het ingekochte staal bepaald op basis van de aanwezige Environmental Product Declaration (EPD’s); 
  • Op basis hiervan is een gewogen gemiddelde bepaald, hetgeen we representatief achten voor de gehele populatie ingekocht staal.

Veiligheid

Er hebben zich in 2024 acht reportable ongevallen voorgedaan met medewerkers van Gasunie. Het totaal aantal gewerkte uren van Gasunie medewerkers voor 2024 is 5,0 miljoen. Het aantal reportable ongevallen per 1 miljoen werkuren bedraagt 1,6.

Bij het berekenen van de TRFI gaan we uit van 1.680 werkuren per FTE per jaar (medewerkers in loondienst en medewerkers niet in loondienst). Het aantal uren voor medewerkers van (onder)aannemers wordt berekend door de capex en opex van aannemers te delen door een gemiddeld uurtarief.

Welzijn van medewerkers

Personeelsbestand
Medewerkers in loondienst

Gasunie heeft in 2024 in medewerker-aantallen opnieuw een sterke groei doorgemaakt. Gedurende 2024 zijn er 398 (2023: 379) nieuwe medewerkers in dienst gekomen, hiervan zijn 321 (2023: 329) bij Gasunie Nederland in dienst gekomen en 77 (2023: 50) bij Gasunie Deutschland. In totaal hebben 78 (2023: 94) medewerkers Gasunie verlaten (percentage personeelsverloop: 3%* 2023: 5%), waarvan 57 (2023: 75) in Nederland en 21 (2023: 19) in Duitsland. Het aantal medewerkers in loondienst is in 2024 met 15% (2023: 15%) gegroeid. Dit heeft met name te maken met het grote aantal energietransitieprojecten waaraan we werken. Bij Gasunie werkten eind 2024 2.510** (2023: 2.190) mensen en 2.389 (2023: 2.088) voltijdsequivalenten*** in loondienst; zie ook noot 38 'Aantal werknemers' in de jaarrekening voor de gemiddelde personeelsbezetting over 2024. Gasunie kent geen medewerkers met een oproepcontract.

* Percentage personeelsverloop is het aantal personeelsleden dat de organisatie heeft verlaten / gemiddeld aantal personeelsleden in 2024.
** Zie nadere toelichting op de geconsolideerde jaarrekening hoofdstuk 32 'Personeelskosten' inzake de hiermee gepaard gaande personele kosten.
*** Definitie van het begrip voltijdsequivalenten is overeenkomstig de cao.

Totaal aantal medewerkers in loondienst
per 31 december 2024
Voltijds-equivalenten     Aantal personen    
  GU   GU-NL   GU-D   GU   GU-NL   GU-D  
Geslacht            
Vrouw  429   348   81   484   395   89 
Man  1.960   1.704   256   2.026   1.767   259 
Overig  -   -   -   -   -   - 
Niet gerapporteerd  -   -   -   -   -   - 
             
Totaal  2.389   2.052   337   2.510   2.162   348 
             
Contractvorm, geslacht            
Vaste arbeidsovereenkomst, vrouw  379   300   79   427   341   86 
Vaste arbeidsovereenkomst, man  1.774   1.523   251   1.832   1.580   252 
Vaste arbeidsovereenkomst, overig  -   -   -   -   -   - 
Vaste arbeidsovereenkomst, niet gerapporteerd  -   -   -   -   -   - 
Tijdelijke arbeidsovereenkomst, vrouw  49   48   1   57   54   3 
Tijdelijke arbeidsovereenkomst, man  186   181   5   194   187   7 
Tijdelijke arbeidsovereenkomst, overig  -   -   -   -   -   - 
Tijdelijke arbeidsovereenkomst, niet gerapporteerd  -   -   -   -   -   - 
             
Totaal  2.389   2.052   337   2.510   2.162   348 
                    
Dienstverband, geslacht              
Voltijds, vrouw    213   153   60   213   153   60 
Voltijds, man    1.623   1.373   250   1.623   1.373   250 
Voltijds, overig  -   -   -   -   -   - 
Voltijds, niet gerapporteerd  -   -   -   -   -   - 
Deeltijd, vrouw    216   195   21   271   242   29 
Deeltijd, man    337   331   6   403   394   9 
Deeltijd, overig  -   -   -   -   -   - 
Deeltijd, niet gerapporteerd  -   -   -   -   -   - 
             
Totaal  2.389   2.052   337   2.510   2.162   348 

Het organiseren in vakbonden is een fundamenteel arbeids- en mensenrecht. Ook binnen Gasunie kunnen medewerkers zich naar behoefte inschrijven bij een vakbond. Vakbonden waar Gasunie mee samenwerkt om te komen tot een gezamenlijk gedragen cao zijn in Nederland: CNV, FNV en De Unie en in Duitsland: IGBCE. Als gevolg van de geldende privacywetgeving in Nederland en Duitsland is het percentage medewerkers dat vertegenwoordigd wordt door een vakbond niet inzichtelijk.

In de cao maken vakbonden en Gasunie afspraken over de arbeidsvoorwaarden van alle medewerkers waarmee Gasunie een arbeidsovereenkomst heeft. Gasunie kent een totale cao-dekkingsgraad van 97%. In Nederland kent de Gasunie-cao een dekkingsgraad van bijna 100%; alleen degenen die benoemd zijn door de algemene vergadering van aandeelhouders vallen niet onder de cao. In Duitsland ligt dit percentage lager, namelijk 79,9%. Zie voor de visuele weergave de tabel hieronder.

  Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao) Sociale dialoog
Dekkingsgraad Werknemers - EER* Werknemers - niet-EER** Personeels-vertegenwoordiging (alleen EER)***
0-19%      
20-39%      
40-59%       
60-79% Duitsland    
80-100% Nederland   Nederland en Duitsland

De cao bevat afspraken over het aanbieden van vaste contracten, wat bijdraagt aan de werkzekerheid van werknemers. Er zijn duidelijke regels en procedures voor ontslag, inclusief ontslagvergoedingen en begeleiding bij herplaatsing. Er is een sociaal statuut dat aanvullende bescherming biedt bij reorganisaties, zoals begeleiding naar nieuw werk binnen of buiten de organisatie.

In Duitsland werkt dit iets anders. Regels en procedures voor ontslag, ontslagvergoedingen of begeleiding bij herplaatsing zijn wettelijk geregeld en dus niet in detail opgenomen in de cao. De cao regelt basiszaken zoals het begin en einde van de arbeidsrelatie, werktijden en vakantiedagen. Ze vormt daarmee een aanvulling op de toepasselijke wettelijke bepalingen. Daarnaast zijn er afspraken op bedrijfsniveau die andere specifieke zaken tussen werkgever en werknemer regelen.

De Nederlandse cao voorziet in periodieke loonsverhogingen die zijn gekoppeld aan de consumentenprijsindex (CPI) om de koopkracht van de werknemers te behouden. Daarnaast ontvangen werknemers in april 2024 en januari 2025 een eenmalige uitkering van elk netto € 500. Naast het reguliere loon ontvangen werknemers een flexibiliseringsbudget dat ze kunnen gebruiken voor persoonlijke ontwikkeling, extra vrije tijd of opleidingen. Deze maatregelen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat werknemers een eerlijk en marktconform loon ontvangen, wat bijdraagt aan hun financiële zekerheid, betere werk-privébalans, persoonlijke ontwikkeling en tevredenheid.

De cao stimuleert voortdurende scholing en ontwikkeling, wat werknemers helpt om hun vaardigheden up-to-date te houden en hun inzetbaarheid te vergroten.

Alle medewerkers van Gasunie ontvangen een leefbaar loon en sociale bescherming tegen inkomensverlies als gevolg van ziekte, werkloosheid, arbeidsongeval en niet-aangeboren beperking, ouderschapsverlof en pensioen al dan niet via de Nederlandse of Duitse wet dan wel via regelingen binnen Gasunie.

Ook hebben alle medewerkers van Gasunie recht op gezinsverlof, op grond van de Nederlandse of Duitse wet en de geldende cao. In onderstaande tabel is voor Nederland en Duitsland inzichtelijk gemaakt welk percentage van de Gasunie-medewerkers gezinsverlof heeft opgenomen.

Work-life balance over 2024 2024  
  GU-NL GU-D
Percentage werknemers dat gezinsverlof* heeft opgenomen, vrouw 1% 1%
Percentage werknemers dat gezinsverlof* heeft opgenomen, man 5% 1%
Percentage werknemers dat gezinsverlof* heeft opgenomen, overig 0% 0%
Percentage werknemers dat gezinsverlof* heeft opgenomen, niet gerapporteerd 0% 0%
Medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel

Naast medewerkers die in dienst zijn, werken er ook medewerkers op inleenbasis* bij Gasunie. Het inzetten van tijdelijke (externe) medewerkers helpt ons om piekbelasting of uitval van eigen medewerkers op te vangen of om specialistische kennis in te huren. De groei van 60 (externe) medewerkers (37 voltijdsequivalenten) binnen het eigen personeel heeft evenals bij de medewerkers in loondienst te maken met het grote aantal energietransitie-projecten waaraan we werken.

* Dit betreft medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel, dat wil zeggen ofwel opdrachtnemers die arbeid leveren aan de onderneming, of personen die worden geleverd door ondernemingen die zich voornamelijk bezighouden met 'Arbeidsbemiddeling en personeelswerk' (NACE-code N78).

Totaal aantal medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel per 31 december 2024 Voltijds-equivalenten     Aantal personen    
  GU   GU-NL   GU-D   GU   GU-NL   GU-D  
Geslacht              
Vrouw    128   128   -   168   168   - 
Man    614   613   1   717   716   1 
Overig  -   -   -   -   -   - 
Niet gerapporteerd  -   -   -   -   -   - 
             
Totaal  742   741   1   885   884   1 

Ter vergelijking opgenomen kengetallen

Voor de volgende in de Duurzaamheidsverklaring opgenomen kengetallen geldt dat ook de ter vergelijking opgenomen cijfers onderdeel zijn van de assurance-opdracht uitgevoerd door onze accountant:

Referentietabel

De onderstaande tabel geeft de voortgang weer met betrekking tot de implementatie van de bepalingen van de Europese Sustainability Reporting Standards zoals gepubliceerd door de Europese Commissie op 31 juli 2023.

  Omschrijving Referentie jaarverslag Toelichting
ESRS 2 Algemene toelichtingen      
BP-1 Algemene grondslag voor het opstellen van duurzaamheidsverklaringen Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Basis voor opstelling
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Consolidatie
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Gasunie-specifieke informatie
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Impacts, risico´s en kansen van Milieu en Maatschappij
 
BP-2 Rapportage over specifieke omstandigheden Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Tijdshorizonten
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Oordelen, schattingen en onzekerheden
Aanvullende informatie: Appendix Duurzaamheidsverklaring: Emissies
Aanvullende informatie: Appendix Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit
 
GOV-1 De rol van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Onze corporate governance-structuur
Directieverslag: Governance - Samenstelling raad van bestuur
Directieverslag: Governance - Samenstelling raad van commissarissen
Directieverslag: Governance - Verslag van de raad van commissarissen
Directieverslag: Governance - Diversiteit raad van bestuur en raad van commissarissen
Directieverslag: Governance - Governance en management control
Directieverslag: Governance - Duurzaamheidsexpertise RvB en RvC
 
GOV-2 Informatie verschaft aan en omgang met duurzaamheidsthema's door bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen van de onderneming Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Onze corporate governance-structuur
Directieverslag: Governance - Governance en management control
Directieverslag: Governance - Risicobeheersing -
Algemene principes
Directieverslag: Governance - Risicobeheersing - Inschattingen van risico's
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Beleid en meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - CSRD
 
GOV-3 Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen Remuneratierapport: Remuneratiebeleid raad van bestuur - Variabele beloningselementen
Remuneratierapport: Remuneratiebeleid raad van bestuur - Motivering variabele beloning
 
GOV-4 Due-diligenceverklaring Aanvullende informatie: Appendix Duurzaamheidsverklaring - Due-diligenceverklaring  
GOV-5 Risicobeheersing en interne controles voor duurzaamheidsrapportage Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Beleid en meetbare doelen  
SBM-1 Strategie, businessmodel en waardeketen Directieverslag: Dit is Gasunie - Onze rol in de energieketen
Directieverslag: Dit is Gasunie - Business model
Directieverslag: Dit is Gasunie - Drijfveer en visie
Directieverslag: Dit is Gasunie - Visie voor 2040
Directieverslag: Dit is Gasunie - Strategie tot 2030
Directieverslag: Dit is Gasunie - Impact op duurzaamheidsthema´s
 
SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Belangen en opvattingen van stakeholders - Stakeholderbeleid
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Opzet van het materialiteitsonderzoek
 
SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel Directieverslag: Dit is Gasunie - Investeringsagenda
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Uitkomsten materialiteitsanalyse
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Opzet van het materialiteitsonderzoek
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Impacts, risico´s en kansen van Milieu en Maatschappij
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Gasunie-specifieke informatie
Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Financiële effecten
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Impacts, risico´s en kansen
Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot datapunt 48e in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Opzet van het materialiteitsonderzoek
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Impacts, risico´s en kansen inzake Milieu en Maatschappij
Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Impacts, risico´s en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Impacts, risico´s en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Impacts, risico´s en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Impacts, risico´s en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Impacts, risico´s en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Impacts, risico´s en kansen
 
IRO-2 Rapportage-eisen in ESRS opgenomen in de duurzaamheidsverklaring van de onderneming Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Basis voor opstelling
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Verificatie en publicatie
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Uitkomsten materialiteitsanalyse
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Opzet van het materialiteitsonderzoek
Aanvullende informatie: Appendix Duurzaamheidsverklaring - Referentietabel
 
MDR-P Beleid aangenomen voor het managen van materiële duurzaamheidsthema's Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
 
MDR-A Maatregelen en middelen wat betreft materiële duurzaamheidsthema's Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Middelen
 
MDR-M Maatstaven voor materiële duurzaamheidsthema's Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Ontwikkeling van onze prognoses
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Realisatie van onze doelen
 
MDR-T Tracking effectiveness of policies and actions through targets Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Onze prognoses
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Meetbare doelen
 
ESRS E1 Klimaatverandering      
ESRS 2
GOV-3
Integratie van duurzaamheidsprestaties in beloningsregelingen Remuneratierapport: Remuneratiebeleid raad van bestuur - Variabele beloningselementen
Remuneratierapport: Remuneratiebeleid raad van bestuur - Motivering variabele beloning
 
S: E1-1 Transitieplan voor klimaatmitigatie Directieverslag: Dit is Gasunie - Investeringsagenda
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Klimaat Transitieplan
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Realisatie van onze doelen
 
ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Klimaat Transitieplan
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Impacts, risico´s en kansen inzake Milieu en Maatschappij
 
ESRS 2 IRO-1 Beschrijving van de processen om materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Impacts, risico´s en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Beleid - Klimaatadaptatie
 
IRO: E1-2 Beleid ten aanzien van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Klimaat Transitieplan
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Beleid - Klimaatadaptatie
 
IRO: E1-3 Maatregelen en middelen wat betreft beleid ten aanzien van klimaatverandering Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Klimaat Transitieplan
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Actieplannen - Scope 1,2 en 3-decarbonisatiehefbomen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Middelen
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Financiële middelen
 
M: E1-4 Doelen inzake klimaatmitigatie en klimaatadaptatie Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Basis voor opstelling
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Meetbare doelen
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Berekening scope 3
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Beleid - Klimaatadaptatie
 
M: E1-5 Energieverbruik en energiemix Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Energieverbruik en energiemix  
M: E1-5 Energieverbuik en energiemix – Energie-intensiteit op basis van netto-opbrengsten   GTS, GUD en een deel van onze deelnemingen zijn gereguleerd, wat wil zeggen dat publieke toezichthouders bepalen wat deze bedrijven jaarlijks mogen verdienen. Een energieintensiteit op basis van netto-opbrengsten hebben wij daarom niet opgenomen in onze duurzaamheidsverklaring.
M: E1-6 Bruto scop 1-, 2-, 3-emissies en totale broeikasgasemissies Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Realisatie van onze doelen
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Onze totale broeikasgasemissies
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Berekening scope 3
 
M: E1-6 Broeikasgasintensiteit op basis van netto-opbrengsten   GTS, GUD en een deel van onze deelnemingen zijn gereguleerd, wat wil zeggen dat publieke toezichthouders bepalen wat deze bedrijven jaarlijks mogen verdienen. Een broeikasgasintensiteit op basis van netto-opbrengsten hebben wij daarom niet opgenomen in onze duurzaamheidsverklaring.
M: E1-7 Broeikasgasverwijderingen en projecten voor broeikasgasmitigatie gefinancierd uit carbon credits   Geen materieel sub-sub-thema
M: E1-8 Interne koolstofbeprijzing   Geen materieel sub-sub-thema
M: E1-9 Beoogde financiële effecten van materiële fysieke en transitierisico's en potentiële klimaatkansen   Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 64-70 en toepassingsvoorschriften 67-81 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS E5 Materiaalgebruik en circulaire economie      
ESRS 2 IRO-1 Beschrijving van de processen om voor materiaalgebruik en circulaire economie materiële impacts, risico's en kansen in kaart te brengen en te analyseren Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Impacts, risico's en kansen  
IRO: E5-1 Beleid ten aanzien van materiaalgebruik en circulaire economie Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Beleid  
IRO: E5-2 Beleid en middelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Middelen
 
M: E5-3 Doelen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Meetbare doelen - Instroom
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Meetbare doelen - Uitstroom
 
M: E5-4 Materiaalinstromen Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Realisatie van onze doelen - Instroom
Aanvullende gegevens - Appendix duurzaamheidsverklaring - Circulariteit
 
M: E5-5 Materiaaluitstromen Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Realisatie van onze doelen - Uitstroom  
M: E5-6 Beoogde financiële effecten van impacts, risico's en kansen wat betreft materiaalgebruik en circulaire economie   Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 41-43 en toepassingsvoorschriften 34-36 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS S1 Eigen personeel      
ESRS 2 SBM-2 Belangen en opvattingen van stakeholders Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Belangen en opvattingen van stakeholders - Stakeholderbeleid
 
ESRS 2 SBM-3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Impacts, risico's en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
 
IRO: S1-1 Beleid ten aanzien van eigen personeel Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Speak up-regeling
Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Vertrouwenspersonen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Arbeidsveiligheid
 
IRO: S1-2 Processen om met eigen werknemers en werknemersvertegenwoordigers te overleggen over impacts Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
Aanvullende gegevens: Verslag van de OR - Ontwikkelingen - Achterbangesprekken in het land
 
IRO: S1-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor eigen werknemers om zorgen kenbaar te maken Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Speak up-regeling
Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Vertrouwenspersonen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Actieplannen
 
IRO: S1-4 Acteren op materiële impacts op eigen personeel, en benaderingen om wat eigen personeel betreft materiële risico's te mitigeren en materiële kansen te benutten en de effectiviteit van die maatregel Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Middelen
Aanvullende gegevens: Verslag van de OR - Ontwikkelingen - Achterbangesprekken in het land
 
M: S1-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Realisatie van onze doelen
 
M: S1-6 Kenmerken van de werknemers van de onderneming Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Welzijn van medewekers - Personeelsbestand - Medewerkers in loondienst  
M: S1-7 Kenmerken van medewerkers niet in loondienst onder het eigen personeel van de onderneming Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Werlzijn van medewerkers - Personeelsbestand - Medewerkers niet in loondienst binnen het eigen personeel We hebben de infaseringsoptie niet toegepast.
M: S1-8 CAO-dekkingsgraad en sociale dialoog Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Welzijn van medewekers - Personeelsbestand - Medewerkers in loondienst We hebben de infaseringsoptie niet toegepast.
M: S1-9 Diversiteitsmaatstaven   Geen materieel sub-sub-thema
M: S1-10 Leefbare lonen Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Welzijn van medewekers - Personeelsbestand - Medewerkers in loondienst  
M: S1-11 Sociale bescherming Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Welzijn van medewekers - Personeelsbestand - Medewerkers in loondienst We hebben de infaseringsoptie niet toegepast.
M: S1-12 Mensen met een beperking   Geen materieel sub-sub-thema
M: S1-13 Maatstaven voor opleiding en ontwikkeling van vaardigheden   Geen materieel sub-sub-thema
M: S1-14 Veiligheids- en gezondheidsmaatstaven Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Realisatie van doelen
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Veiligheid
Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 88 d, 88 e en 89 en toepassingsvoorschriften 94 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
M: S1-15 Maatstaven voor werk-privébalans Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Welzijn van medewekers - Personeelsbestand - Medewerkers in loondienst We hebben de infaseringsoptie niet toegepast.
M: S1-16 Beloningsmaatstaven (loonkloof en totale beloning)   Geen materieel sub-sub-thema
M: S1-17 Incidenten, klachten en ernstige impacts op het gebied van mensenrechten   Geen materieel sub-sub-thema
ESRS S2 Werknemers in de waardeketen      
ESRS 2 SBM 2 Belangen en opvattingen van stakeholders Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Belangen en opvattingen van stakeholders - Stakeholderbeleid
 
ESRS 2 SBM 3 Materiële impacts, risico's en kansen en de wisselwerking daarvan met strategie en businessmodel Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Impacts, risico's en kansen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Beleid - Arbeidsveiligheid
 
IRO: S2-1 Beleid ten aanzien van medewerkers in de waardenketen Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Taxonomie - Minimum Safequards
 
IRO: S2-2 Processen om met medewerkers in de waardenketen te overleggen over impacts Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Belangen en opvattingen van stakeholders - Stakeholderbeleid
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Beleid en meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Beleid - Arbeidsveiligheid
 
IRO: S2-3 Herstelprocessen voor negatieve impacts en kanalen voor werknemers in de waardenketen om zorgen kenbaar te maken Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Beleid - Arbeidsveiligheid
Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Speak up-regeling
Duurzaamheidsverklaring: Energietransitie - Taxonomie - Minimum Safequards
 
IRO: S2-4 Acteren op materiële impacts op werknemers in de waardenketen, en benaderingen om wat betreft medewerkers in de waardenketen materiële risico's te beheersen en materiële kansen te benutten en de effectiviteit van die maatregel Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Actieplannen - Veiligheidscultuur
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Actieplannen - Safe@Gasunie

 
M: S2-5 Doelen wat betreft het beheersen van materiële negatieve impacts, het bevorderen van positieve impacts en het beheersen van materiële risico's en kansen Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Beleid en meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Meetbare doelen
 

Due-diligenceverklaring

Kernelementen van due diligence Alinea's in de duurzaamheidsverklaring
a) Due diligence integreren in governance, strategie en businessmodel Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Beleid en meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Opzet van het materialiteitsonderzoek
b) Getroffen stakeholders betrekken bij alle belangrijke stappen van de due dilligence Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Beleid en meetbare doelen
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Belangen en opvattingen van stakeholders - Stakeholderbeleid
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Onze corporate governance-structuur
c) Negatieve impacts in kaart brengen en beoordelen Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Materiële thema´s - Opzet van het materialiteitsonderzoek
Duurzaamheidsverklaring: Algemeen - Impacts, risico´s en kansen inzake Milieu en Maatschappij
d) Maatregelen nemen om die negatieve impacts aan te pakken Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Actieplannen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Actieplannen
e) De effectiviteit van deze inspanningen monitoren en daarover communiceren Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Leveringszekerheid - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Realisatie van onze doelen
Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Realisatie van onze doelen


Lijst van datapunten die voortkomen uit andere EU-wetgeving

Rapportage-eis en betrokken datapunt Referentie SFDR Pijler 3 referentie Referentie benchmark-verordening Referentie EU-Klimaatwet Materieel / Niet materieel Referentie jaarverslag
ESRS 2 GOV-1 Genderdiversiteit raad van bestuur alinea 21(d) Indicator nr. 13 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Gedelegeerde Verordering (EU) 2020/1816 van de Commissie bijlage II Niet van toepassing Materieel Directieverslag: Governance - Diversiteit raad van bestuur en raad van commissarissen
ESRS 2 GOV-1 Percentage onafhankelijke bestuurders alinea 21(e) Niet van toepassing Niet van toepassing Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Niet van toepassing Materieel Directieverslag: Governance - Samenstelling raad van bestuur
Directieverslag: Governance - Samenstelling raad van commissarissen
ESRS 2 GOV-4 Due-diligence-verklaring alinea 30 Indicator nr. 10 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Directieverslag: Governance - Governance and management control
ESRS 2 SBM-1 Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activiteiten fossiele brandstoffen alinea 40(d) i Indicator nr. 4 van tabel 1 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie^{28} , Tabel 1 Kwalitatieve informatie over ecologisch risico en Tabel 2 Kwalitatieve informatie over sociaal risico Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Niet van toepassing Materieel Directieverslag: Dit is Gasunie - Business model
ESRS E1-1 Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken alinea 14 Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Verordening (EU) 2021/1119, art. 2, lid 1 Materieel Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid
Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Klimaat Transitieplan
ESRS E1-1 Ondernemingen uitgesloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks alinea 16(g) Niet van toepassing Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 1: Banking book i.v.m. klimaat-verandering: Kredietkwaliteit blootstellingen per sector, emissies en resterende looptijd Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1, punten d) t/m g), en art. 12, lid 2 Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Beleid - Klimaat Transitieplan
ESRS E1-4 Doelen BKG-emissiereductie alinea 34 Indicator nr. 4 van tabel 2 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 3: Banking book Indicatoren van potentiële i.v.m. klimaat-verandering: Afstemmingsmaatstaven Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 6 Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Meetbare doelen
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Berekening scope 3
ESRS E1-5 Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren met grote klimaatimpact) alinea 38 Indicator nr. 5 van tabel 1 en indicator nr. 5 van tabel 2 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Energieverbruik en energiemix
ESRS E1-5 Energieverbruik en energiemix alinea 37 Indicator nr. 5 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Energieverbruik en energiemix
ESRS E1-5 Energie-intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact Indicator nr. 6 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet materieel GTS, GUD en een deel van onze deelnemingen zijn gereguleerd, wat wil zeggen dat publieke toezichthouders bepalen wat deze bedrijven jaarlijks mogen verdienen. Een energieintensiteit op basis van netto-opbrengsten hebben wij daarom niet opgenomen in onze duurzaamheidsverklaring.
ESRS E1-6 Bruto scope 1-, 2-, 3-emissies en totale BKG-emissies alinea 44 Indicatoren nrs. 1 en 2 van tabel 1 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 1: Banking book i.v.m. klimaat-verandering: Kredietkwaliteit blootstellingen per sector, emissies en resterende looptijd Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 5, lid 1, art. 6 en art. 8, lid 1 Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Realisatie van onze doelen
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Onze totale broeikasgasemissies
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Berekening scope 3
ESRS E1-6 Intensiteit bruto-BKG-emissies Indicator nr. 3 van tabel 1 van bijlage I Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, Template 3: Banking book Indicatoren van potentiële i.v.m. klimaat-verandering: Afstemmingsmaatstaven Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 8, lid 1 Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Emissies - Realisatie van onze doelen
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Onze totale broeikasgasemissies
Aanvullende informatie: Appendix duurzaamheidsverklaring - Emissies - Berekening scope 3
ESRS E1-9 Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke alinea 66 Niet van toepassing Niet van toepassing Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Niet van toepassing Niet materieel Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 64-70 en toepassingsvoorschriften 67-81 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS E1-9 Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico alinea 66(a)
ESRS E1-9 Locatie significante activa die materieel fysiek risico lopen alinea 66(c)
Niet van toepassing Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, 47; Template 5: Banking book Klimaat-verandering fysiek risico: Aan fysiek risico onderhevige blootstellingen Niet van toepassing Niet van toepassing Niet materieel Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 64-70 en toepassingsvoorschriften 67-81 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS E1-9 Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie-efficiëntieklasse alinea 67(c) Niet van toepassing Art. 449 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013; Uitvoerings-verordening (EU) 2022/2453 van de Commissie, alinea 34; Template 2: Banking book i.v.m. klimaat-verandering: Leningen gedekt door zekerheden in de vorm van onroerend goed Energie-efficiëntie van de zekerheid Niet van toepassing Niet van toepassing Niet materieel Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 64-70 en toepassingsvoorschriften 67-81 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS E1-9 Mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen alinea 69 Niet van toepassing Niet van toepassing Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, bijlage II Niet van toepassing Niet materieel Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 64-70 en toepassingsvoorschriften 67-81 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS E5-5 Niet-gerecycled afval alinea 37(d) Indicator nr. 13 van tabel 2 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Realisatie van onze doelen - Uitstroom
ESRS E5-5 Gevaarlijk afval en radioactief afval alinea 39 Indicator nr. 9 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Circulariteit - Realisatie van onze doelen - Uitstroom
ESRS S1-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 20 Indicator nr. 9 van tabel 3 en indicator nr. 11 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
ESRS S1-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 21 Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
ESRS S1-1 Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel alinea 22 Indicator nr. 11 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Welzijn van medewerkers - Beleid
ESRS S1-1 Beleid of beheersystem ter voorkoming van arbeidsongevallen alinea 23 Indicator nr. 1 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Arbeidsveiligheid
ESRS S1-3 Klachtenregelingen alinea 32(c) Indicator nr. 5 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Speak up-regeling
Directieverslag: Governance - Corporate governance bij Gasunie - Vertrouwenspersonen
ESRS S1-14 Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel arbeidsongevallen alinea 88(b) en (c) Indicator nr. 2 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Duurzaamheidsverklaring: Veiligheid - Realisatie van doelen
ESRS S1-14 Aantal verzuimdagen als gevolg van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte alinea 88(e) Indicator nr. 3 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel Infaseringsoptie toegepast met betrekking tot de rapportage-eisen 88 d, 88 e en 89 en toepassingsvoorschriften 94 in lijn met ESRS 1 Bijlage C: Lijst van ingefaseerde Rapportage-eisen
ESRS2 SBM3 S2 Aanzienlijk risico kinderarbeid of gedwongen arbeid in waardeketen alinea 11(b) Indicatoren nrs. 12 en 13 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel  
ESRS S2-1 Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid alinea 17 Indicator nr. 9 van tabel 3 en indicator nr. 11 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel  
ESRS S2-1 Beleid ten aanzien van werknemers in waardeketen alinea 18 Indicatoren nrs. 11 en 4 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel  
ESRS S2-1 Niet-nakoming and Human Rights en OESO-richtlijnen alinea 19 Indicator nr. 10 van tabel 1 van bijlage I Niet van toepassing Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II; Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1818, art. 12, lid 1 Niet van toepassing Materieel  
ESRS S2-1 Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie alinea 19 Niet van toepassing Niet van toepassing Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1816, bijlage II Niet van toepassing Materieel  
ESRS S2-4 Mensenrechten-problemen en -incidenten m.b.t. upstream- en downstream-waardeketen alinea 36 Indicator nr. 14 van tabel 3 van bijlage I Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Materieel  

Diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid

We streven ernaar een representatieve afspiegeling van de samenleving te zijn. Daarnaast willen we een organisatie zijn waarin ieders inbreng bijdraagt aan de kwaliteit van onze organisatie, we onszelf kunnen zijn en hierom gewaardeerd worden. We geloven dat een diverse en inclusieve organisatie leidt tot meer creativiteit, innovatie en betere besluitvorming. Alleen als er in onze organisatiecultuur ruimte is voor diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid, kunnen we de komende jaren succesvol transformeren van gastransportbedrijf tot energie-infrastructuuronderneming.

Beleid

Om diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid (DIG) blijvend in onze organisatiecultuur te integreren, hebben we een raamwerk ontwikkeld dat rust op vijf pijlers: 

  • Inclusief leiderschap: onder andere leiderschapsprogramma’s
  • Ruimte voor talent: onder andere recruitment- en doorstroombeleid
  • In verbinding: onder andere medewerkersnetwerken
  • Thuis op je werk: onder andere beleid omtrent ongewenst gedrag
  • Maatschappelijk betrokken: samenwerkingen met WOMEN Inc., VHTO, TNO, JINC en Randstad Participatie

Het raamwerk biedt structuur en richting, tegelijkertijd is er voldoende ruimte om in te spelen op actuele ontwikkelingen. In samenwerking met onze medewerkersnetwerken en andere netbeheerders identificeren we daarnaast continue verbeterkansen. Zo bouwen we stap voor stap aan een organisatie waarin diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid vanzelfsprekend zijn.

Doelen en resultaten

Ons doel voor de middellange termijn is om een DIG-koploperprogramma te hebben ingevoerd. Dit houdt in dat we voorloper zijn in de markt. Voorlopige doelstellingen binnen dit programma zijn het percentage man/vrouw-verhouding in managementposities, het aantal medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt en de onverklaarbare loonkloof. In de komende jaren gaan we de acties binnen het programma verder ontwikkelen.

Gasunie heeft de volgende DIG-doelen geformuleerd:

Doelstellingen DIG Realisatie 2024 Doel 2030
     
Percentage vrouwen in hoger management 22% 30%
Aantal medewerkers met afstand tot de arbeidsmarkt 52 60
Onverklaarde loonkloof 2%* minder dan 5%
Vrouwen in managementposities

Eind 2024 was 22% van het hoger management bij Gasunie vrouw, waarmee we goed op weg zijn om het doel van 2030 te halen.

We bieden gerichte leiderschapstrainingen aan als onderdeel van ons DIG-beleid. Deze trainingen dragen bij aan het ontwikkelen van divers talent binnen de organisatie. In 2025 zet Gasunie in op nog in ieder geval twee Female Leadership-trainingen, zowel in het Nederlands als in het Engels voor Duitse collega’s. Ook heeft Gasunie aandacht voor de positie van vrouwen bij opvolgingsplanning voor management en de vertegenwoordiging hiervan.

Medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt

Per eind 2024 zijn er 52 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werkzaam voor Gasunie; 46 in Nederland en 6 in Duitsland. Via een Europese aanbesteding gaan we in 2025 op zoek naar een partner om onze doelstellingen te behalen.

Onverklaarbare loonkloof

Gasunie vindt het belangrijk om, vooruitlopend op Europese en Nederlandse wetgeving, inzicht te krijgen in mogelijke ongelijkheid bij ‘gelijk werk gelijk loon’; ook wel bekend als equal pay. Medio 2024 is een tweede onderzoek laten doen door een externe partij. Met dit objectieve onderzoek hebben we vastgesteld dat het onverklaarbare verschil beneden de 5% is gebleven en hebben we waardevolle adviezen gehad om verdere invulling aan dit thema te geven.

Aantallen in- en uitdiensttreding

Gedurende 2024 zijn 398 nieuwe medewerkers in dienst gekomen en hebben 78 medewerkers Gasunie verlaten. 

Indiensttredingen uitgesplitst naar regio, geslacht en leeftijdsgroep

  GU   GU-NL   GU-D  
Aantal personen      
Vrouw, jonger dan 30 jaar 20 16 4
Vrouw, 30 - 50 jaar 58 41 17
Vrouw, ouder dan 50 jaar 14 11 3
Man, jonger dan 30 jaar 66 50 16
Man, 30 - 50 jaar 174 141 33
Man, ouder dan 50 jaar 66 62 4
       
Totaal 398 321 77

Uitdiensttredingen uitgesplitst naar regio, geslacht en leeftijdsgroep

  GU   GU-NL   GU-D  
Aantal personen      
Vrouw, jonger dan 30 jaar 3 3 1
Vrouw, 30 - 50 jaar 12 5 7
Vrouw, ouder dan 50 jaar 1 0 1
Man, jonger dan 30 jaar 5 3 2
Man, 30 - 50 jaar 20 18 2
Man, ouder dan 50 jaar 36 28 8
       
Totaal 78 57 21

Verslag van de OR

In 2024 is de ondernemingsraad (OR) naast de reguliere werkzaamheden betrokken geweest bij diverse nieuwe ontwikkelingen, waaronder enkele wisselingen in de raad van bestuur (RvB) en de raad van commissarissen (RvC), de aanzienlijke groei van onze organisatie en de nieuwe strategie en koers van Gasunie. Daarnaast heeft de OR, zoals elk jaar, met verschillende interne en externe gesprekspartners gesproken. Hieronder lichten wij de belangrijkste speerpunten van de OR toe en geven wij een samenvatting van de belangrijkste adviesaanvragen en instemmingsverzoeken.

Speerpunten

In 2024 heeft de OR drie speerpunten gedefinieerd die als leidraad dienen bij de behandeling van alle adviesaanvragen en instemmingsverzoeken die langs de OR komen:

  1. Sociale en fysieke veiligheid Veiligheid staat altijd op nummer één. Dit betreft zowel de fysieke veiligheid van onze medewerkers als de sociale veiligheid om in vrijheid je mening te kunnen uiten, problemen aan te kaarten en elkaar aan te spreken op gedrag. Sociale veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor het welbevinden van onze medewerkers en voor het waarborgen van fysieke veiligheid.
  2. Huisvesting Wij beschouwen huisvesting als een cruciaal element om ons werk goed te kunnen uitvoeren. Dit omvat ons hoofdkantoor, al onze veldlocaties (bemand en onbemand), voorzieningen zoals leaseauto's, deelauto's en werkbussen, en alle middelen die Gasunie-collega's nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.
  3. Doelmatigheid van besluitvorming In een snel veranderende wereld moeten wij mee veranderen. Hoewel wendbaarheid positief is, blijven wij nauwgezet en kritisch het nut en de doelmatigheid van veranderingen beoordelen en toetsen wij achteraf of een besluit het gewenste effect heeft gehad. Daarom moet van tevoren duidelijk zijn wat de objectieve doelstellingen zijn en hoe deze gemeten worden.

Door middel van evaluaties toetst de OR het behaalde resultaat aan de hand van de speerpunten.

Ontwikkelingen

Nieuwe CEO

Begin 2024 hebben wij Willemien Terpstra verwelkomd als onze nieuwe CEO, zij heeft het stokje overgenomen van waarnemend CEO Janneke Hermes. Wij kijken uit naar haar leiderschap en visie voor de toekomst van Gasunie. Graag zetten wij de constructieve samenwerking voort in 2025.

Aankondiging vertrek CFO en HR-directeur

Zowel onze CFO, Janneke Hermes, als onze HR-directeur, Ingrid Kanger, hebben hun vertrek aangekondigd. Hun bijdragen aan Gasunie zijn van onschatbare waarde geweest en wij danken hen dan ook voor hun inzet en bereikte resultaten.

Achterbangesprekken in het land

Om de verbinding met alle werknemers binnen de organisatie te behouden, houdt de OR diverse vergaderingen op locaties in het land. Hierbij wordt altijd een achterbanlunch georganiseerd, waarbij wij het gesprek aan gaan met de collega's. Dit levert waardevolle inzichten op die wij kunnen gebruiken bij de behandeling van adviesaanvragen en instemmingsverzoeken en die we waar nodig aankaarten in unit-overleggen of in overleg met HR. Regelmatig terugkerende thema's in deze gesprekken zijn huisvesting, organisatiegroei, inwerken en opleiden van nieuwe medewerkers en de koers van Gasunie. In 2024 hielden we 7 achterbangesprekken (2023: 8).

Jaarlijks overleg OR met de raad van commissarissen

De OR voert jaarlijks een informeel gesprek met de voltallige RvC. Voor het eerst was hierbij Diederik Samsom aanwezig, nieuw RvC-lid en tevens RvC-voorzitter. Het gesprek hebben wij opgezet aan de hand van onze speerpunten, waarbij we de diepte zijn ingegaan. Wij beschouwen deze bijeenkomsten als waardevol, omdat ze de OR helpen om de speerpunten aan te scherpen en de RvC bij te praten over de uitdagingen binnen de organisatie. Het is goed om te zien dat de RvC goed op de hoogte is van wat er speelt in de organisatie.

Overleg met OR’s Gate, NAM en GasTerra

De OR onderhoudt nauw contact met de ondernemingsraden van Gate, NAM en GasTerra. We ervaren deze contacten als nuttig vanwege de uitwisseling van ideeën, kennis en informatie. Hoewel de organisaties van oudsher veel overeenkomsten vertonen, zijn er de laatste jaren ook grote verschillen ontstaan. Waar bij NAM en GasTerra krimp en afstoting van organisatieonderdelen aan de orde zijn, zijn bij Gasunie juist de grote groei en nieuwe energieprojecten belangrijke gespreksonderwerpen. In beide gevallen is het van belang om als OR verbonden te zijn met de medewerkers en met elkaar als bedrijven. We zien dat ook een deel van de uitstroom bij Gasunie instroomt.

Medezeggenschapsplatform Netwerkbedrijven (MPN)

Alle ondernemingsraden van netwerkbedrijven kunnen deelnemen aan het MPN. Hierin worden actuele thema's besproken en wordt kennis uitgewisseld. Wij zien veel overeenkomsten, zoals het aantrekken van goed personeel, veiligheid en het opstarten van nieuwe projecten in het kader van nieuwe energie en kunstmatige intelligentie.

Adviesaanvragen en instemmingsverzoeken

De OR heeft het afgelopen kalenderjaar opnieuw een groot aantal adviesaanvragen en instemmingsverzoeken ontvangen. Wij lichten enkele in het oog springende dossiers kort toe:

  • De OR heeft uitgebreid gesproken over instemmingsverzoeken voor een Alcohol-, Drugs- en Medicijnbeleid en een Medisch Preventiebeleid (voorheen vaccinatiebeleid).
  • Bij beide dossiers spelen privacy en lichamelijke integriteit een grote rol. De OR heeft zijn zorgen geadresseerd en is tevreden over het resultaat dat in goed overleg met de bestuurder is bereikt.
  • De OR is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van een afdeling voor grote projecten. Vanwege Gasunie’s belangrijke rol in de energietransitie neemt het aantal grote projecten toe. Deze projecten kennen een hoog afbreukrisico en vereisen andere vaardigheden en dat rechtvaardigt de oprichting van een aparte afdeling hiervoor. In goed overleg zijn wij tot de conclusie gekomen met een relatief kleine afdeling te starten en de aandacht te richten op het realiseren van de belangrijkste kritische succesfactoren.
  • De OR heeft ingestemd met het aannemen van medewerkers in het kader van Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL). De OR vindt dit passen bij maatschappelijk verantwoord ondernemen en ziet de BBL als een manier om Gasunie meer op de radar van potentiële werknemers te krijgen.

Groei van de organisatie

Onze organisatie is ook in 2024 weer aanzienlijk gegroeid. Er zijn stappen gezet om het introductieproces te verbeteren en om nieuwe medewerkers zich sneller thuis te laten voelen en te ondersteunen. Desondanks blijven er op dit vlak uitdagingen bestaan. In deze hectische tijd is het ook belangrijk om oog te hebben voor de individuele werkbelasting van de medewerkers en te streven naar een gelijkwaardige, inclusieve en diverse organisatie.

Herziening van de Gasunie-strategie

De OR is op verschillende momenten betrokken geweest bij de herziening van de strategie. De oude strategie uit 2016 is aangescherpt voor de huidige tijd. De organisatie zal waar nodig op deze nieuwe strategie worden aangepast. Wij blijven als OR betrokken bij de uitvoering hiervan.

Afsluitend

De OR constateert dat Gasunie zich beweegt in een dynamische omgeving. Gasunie neemt belangrijke stappen om een leidende rol te spelen in de energietransitie en tegelijkertijd te voorzien in betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam aardgastransport. Externe factoren zorgen ervoor dat we soms extra inspanningen moeten leveren boven op de geplande inzet en op andere onderwerpen soms moeten temporiseren. Dit stelt eisen aan de dynamiek van de organisatie, wat wij ook terug zien in de adviesaanvragen en instemmingsverzoeken.

Impact based reporting

Door impactmeten kunnen we de invloed die Gasunie heeft op maatschappij en milieu in geld uitdrukken en creëren we handvatten voor sturing van managementbeslissingen op impact. De resultaten verwerken we in onze maatschappelijke jaarrekening. Het te downloaden Verantwoordingsdocument Impactanalyse Gasunie geeft inzicht en onderbouwing van de in dit jaarverslag opgenomen informatie.

Dit is het tweede jaar dat Gasunie een maatschappelijke jaarrekening presenteert in het jaarverslag. Het impactmodel is dit jaar uitgebreid met de positieve impact op de ontwikkeling van werknemers en de impact door inkoop van materiaal en afval. Een aantal van deze impacts is direct gerelateerd aan de materiële thema’s van Gasunie.

Veel van de grote infrabedrijven in Nederland werken aan het meten, rapporteren en sturen op impact. Gasunie ziet het belang om hier als sector aan te werken en is daarom lid van het Verbond voor Brede Welvaart en de Sectorsamenwerking Brede Welvaart. De komende jaren willen we steeds meer impacts gaan meten en rapporteren, waardoor het steeds beter mogelijk wordt onze maatschappelijke jaarrekening te vergelijken met andere (net)bedrijven.

De maatschappelijke jaarrekening is onderverdeeld in zes kapitalen. Behalve financiële kapitaal zijn er ook geproduceerde, intellectuele, natuurlijke, sociale en menselijke kapitalen.

Financieel kapitaal

Financieel kapitaal omvat de financiële stromen binnen en buiten Gasunie, zoals weergegeven in de jaarrekening.

Geproduceerd kapitaal

Geproduceerd kapitaal vertegenwoordigt de fysieke waarde die Gasunie toevoegt door betrouwbaar energietransport. De bijdrage van gastransport door Gasunie aan het welzijn van consumenten is € 540 miljoen. Er zijn twee ontwikkelingen die de waarde verlagen ten opzichte van vorig jaar. Ten eerste is er een kleinere afname van het getransporteerd gas. Ook de hoge energieprijzen zorgen voor minder maatschappelijke waarde. De lagere afname van gas en netwerkprijzen zorgen ook voor een lagere waarde van gastransport voor zakelijke klanten (€ 960 miljoen). Gasunie investeert nog steeds fors in de energietransitie. Daarom is de waarde door inkoop van goederen voor gastransport (€ -1680 miljoen) nog steeds groot.

Menselijk kapitaal

De maatschappelijke impact door ontwikkeling van de medewerkers van Gasunie (€ 19 miljoen ) hebben we in 2024 voor het eerst opgenomen in onze maatschappelijke jaarrekening. Het investeren in programma’s zoals de FLOW-performancecyclus, het GoodHabitz-trainingsplatform en specifieke leiderschapstrainingen is essentieel voor Gasunie om een veilige, inclusieve en productieve werkomgeving te waarborgen. Dit nieuwe onderdeel toont de positieve impact nu en in de toekomst van scholing, training en groeimogelijkheden voor de maatschappij, Gasunie en toekomstige werkgevers.

Daarnaast hebben we werkgerelateerde uitval en ongevallen van werknemers gemeten, wat direct gerelateerd is aan het materiële thema veiligheid. Met € 0,3 miljoen was de negatieve impact door uitval en ongevallen dit jaar ruim 20% hoger dan vorig jaar. Dit is voor het grootste deel toe te schrijven aan een toegenomen aantal FTE (15%).

Natuurlijk kapitaal

Om de energietransitie tot stand te brengen is veel materiaal nodig. Circulariteit is dan ook een materieel thema voor Gasunie. Daarom hebben we dit jaar de ecokosten door materiaalgebruik van staal - € 1.0 miljoen en de schade door afval - € 60 duizend toegevoegd aan de maatschappelijke jaarrekening. Deze nieuwe impacts geven inzicht in de effecten van materiaalgebruik en afvalstromen. We blijven ons inzetten om deze impact in de toekomst te minimaliseren en het materiaalgebruik efficiënter te maken.

Emissies zijn ook een materieel thema voor Gasunie. De bijdrage aan klimaatverandering door CO2-uitstoot bedroeg dit jaar - € 57 miljoen. De Scope 1-emissies zijn licht gedaald, terwijl de Scope 2-emissies met twee derde zijn verminderd door de vervanging van scheepsgeneratoren voor LNG-regassificatie met thermische energie uit havenwater. Ook zorgen de lagere prijzen die Gasunie hanteert voor een kleiner aandeel in de totale gastransportwaardeketen, waardoor er minder toegeschreven wordt aan Gasunie.

Risicomanagement

CRA risico’s

In het hoofdstuk Governance is voor onze top-10 risico’s op corporate niveau een risicobeschrijving en de bijbehorende maatregelen gegeven. Hieronder zijn de risicobeschrijvingen van de overige risico’s opgenomen.

No. Titel Omschrijving
11 Verstoringen in de supply chain Het risico dat Gasunie verstoringen in de supply chain ondervindt, als gevolg van tekortkomingen bij leveranciers of logistieke problemen, wat kan leiden tot vertragingen in projecten, hogere operationele kosten en klantontevredenheid door vertragingen in de levering.
12 Third party risico Het risico dat Gasunie te maken krijgt met ongewenste incidenten, als gevolg van o.a. onvoldoende screening en due diligence bij uitbesteding en samenwerking met derden en het niet goed functioneren van derde partijen, wat kan leiden tot verstoringen in de bedrijfsvoering, boetes/sancties, frauduleuze activiteiten en reputatieschade.
13 Reguleringsrisico Het risico dat Gasunie te maken krijgt met (onverwachte) veranderingen in vereisten en verplichtingen, als gevolg van veranderingen in reguleringen (door o.a. de ACM/BNetzA), wat kan leiden tot lagere inkomsten, verhoogde kosten, boetes en sancties en reputatieschade.
14 Hogere financieringskosten Het risico dat Gasunie te maken krijgt met significant hogere financieringskosten, als gevolg van veranderende omstandigheden op de financiële markten en uitvoering van de strategische investeringsagenda, wat kan leiden tot lager rendement en lagere kredietrating.
15 Fysieke beveiliging Het risico dat Gasunie problemen ondervindt met fysieke beveiliging, als gevolg van onvoldoende beveiligingsmaatregelen, gebrek aan weerbaarheid tegen aanvallen en protesten en onvoldoende personeelstraining in veiligheidsprotocollen, wat kan leiden tot letsel voor medewerkers, onderbreking van de bedrijfsactiviteiten, juridische aansprakelijkheid en reputatieschade.
16 Niet voldoen aan wet- en regelgeving Het risico dat Gasunie niet voldoet aan de wet- en regelgeving, als gevolg van onvoldoende bewustzijn, gebrek aan training of onderbezetting bij toezichtfuncties, wat kan leiden tot juridische sancties, boetes, tijdsdruk, reputatieschade en bedrijfsverstoringen.
17 Technologisch risico Het risico dat Gasunie te maken krijgt met verminderde vraag naar transport, opslag en terminalcapaciteit, als gevolg van technologische doorbraken die de rol van moleculen (bijv. batterij technologie) fundamenteel kunnen veranderen of decentralisering van vraag-en-aanbod, wat kan leiden tot vervroegde afwaardering van activa en verminderde inkomsten.
18 Onderbreking van het gastransport Het risico dat Gasunie te maken krijgt met onderbreking van het gastransport, als gevolg van onverwachte gebeurtenissen zoals natuurrampen (o.a. door klimaatverandering), ernstige bedrijfsstoringen of sociale onrust, wat kan leiden tot operationele onderbrekingen, schade aan assets, vertraging bij het uitvoeren van projecten en aanzienlijke kosten voor crisismanagement.