Spring naar inhoud

Doelstellingen en prestaties

Doelstellingen en prestaties​


Niet-financiële kerncijfers


Financiële kerncijfers

    Gerapporteerd   Onderliggend
In miljoenen euro's 2023 2022 2023 2022
         
Opbrengsten  2.061   2.258   1.985   1.873 
Totale lasten  -1.446   -1.529   -1.446   -1.529 
         
Bedrijfsresultaat  615   729   538   344 
         
Financiële baten en lasten  -57   -43   -57   -43 
Resultaat deelnemingen  38   34   38   34 
         
Resultaat voor belastingen  596   721   519   336 
         
Belastingen  -112   -166   -89   -67 
         
Resultaat na belastingen  483   555   430   269 

Na een buitengewoon 2022 kenmerkt 2023 zich door meer stabiliteit. De energieprijzen zijn hoger dan voorheen, maar aanzienlijk minder volatiel. Er zijn diverse aanpassingen aan de gas-infrastructuur gedaan om de veranderde gasstromen te ondersteunen. De komende jaren investeren we hier verder in, om aan de transportzekerheidsnormen te kunnen blijven voldoen.

Opbrengsten

De gerapporteerde opbrengsten van Gasunie zijn bijna € 200 miljoen lager dan in 2022. Dit heeft grotendeels te maken met lagere capaciteitsverkopen dan in 2022. De impact hiervan is ongeveer € 600 miljoen. De tarieven voor gereguleerde activiteiten zijn gestegen, volgend uit de methodiek die de toezichthouders in Nederland en Duitsland hebben vastgesteld. Dit heeft een positief effect van ongeveer € 350 miljoen. Daarnaast heeft EemsEnergyTerminal in 2023 meer opbrengsten gerealiseerd. In 2022 werd EemsEnergyTerminal in september operationeel en genereerde vanaf dat moment omzet.

Ongeveer 80% van onze gerealiseerde opbrengsten vallen onder de reguleringskaders van ACM en BNetzA. Dit betekent dat een groot deel van de extra opbrengsten zullen worden afgedragen aan de klanten. In de komende jaren leidt dit tot een verlagend effect op de tarieven voor onze klanten. Wanneer deze te verrekenen opbrengsten in mindering worden gebracht op de gerealiseerde opbrengsten resteert een opbrengst van € 1.985 miljoen; € 112 miljoen hoger dan vorig jaar.

Bedrijfsresultaat

Het gerapporteerde bedrijfsresultaat bedraagt € 615 miljoen. Dit is € 114 miljoen lager dan vorig jaar. Naast lagere opbrengsten zijn de operationele kosten hoger dan vorig jaar. De personeelskosten zijn gestegen vanwege een toename van het aantal medewerkers. Daarnaast leiden ook de voorinvesteringen in de energietransitie tot hogere operationele kosten. 

De energiekosten die samenhangen met het transport en het op de juiste kwaliteit brengen van gas zijn iets gedaald ten opzichte van vorig jaar, met name vanwege lagere energieprijzen. Waar in 2022 nog sprake was van een bijzondere waardeverandering van de activa van Gasunie Deutschland en BBL, is er in 2023 geen sprake van bijzondere waardeveranderingen.

Het onderliggend bedrijfsresultaat over 2023 bedraagt € 538 miljoen. Dit is het bedrijfsresultaat waarbij rekening wordt gehouden met verrekeningen uit het verleden en opbrengsten en kosten die in de komende jaren moeten worden verrekend. Dit onderliggende bedrijfsresultaat is € 194 miljoen hoger dan het onderliggend bedrijfsresultaat van vorig jaar. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de bijzondere waardeveranderingen in 2022 en de effecten van de transacties ten aanzien van BBL en EemsEnergyTerminal in 2023. 

Resultaat na belastingen

De financiële baten en lasten zijn € 14 miljoen hoger dan in 2022. Het saldo van financiële baten en lasten werd vorig jaar positief beïnvloed door effecten van valutaresultaten, in 2023 zijn deze effecten minder groot. Het nettoresultaat is € 72 miljoen lager dan in 2022. Het onderliggend nettoresultaat, waarbij rekening wordt gehouden met verrekeningen uit het verleden en toekomstig te verrekenen opbrengsten en kosten, bedraagt € 430 miljoen en is daarmee € 161 miljoen hoger dan in 2022, voornamelijk vanwege bijzondere waardeveranderingen in 2022.

Informatie met betrekking tot solvabiliteit, liquiditeit en kasstromen is opgenomen in noot 28 'Financiële instrumenten' en het Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2023 in de jaarrekening 2023. 

In miljoenen euro's 2023 2022
     
Balans    
Vaste activa  10.052   10.076 
Eigen vermogen  6.596   6.304 
Balanstotaal  11.018   11.105 
     
Kasstroomoverzicht    
Kasstroom uit operationele activiteiten  863   1.411 
Kasstroom uit investeringsactiviteiten  -815   -514 
Kasstroom uit financieringsactiviteiten  -189   -500 
Netto kasstroom  -141   397 

Investeringen

In 2022 hadden de bouw en aanleg van de floating storage regasification units (FSRU’s) in de Eemshaven, de stikstofinstallatie in Zuidbroek en warmtenet WarmtelinQ een groot aandeel in de investeringscashflow van dat jaar. In 2023 zijn de projecten met de grootste impact op de investeringscashflow de aansluitingen van LNG-opslagen in Duitsland, WarmtelinQ en Porthos (CCS).

Financiële vooruitzichten

Na de uitspraak van College van Beroep voor het bedrijfsleven ten aanzien van de methode van regulering voor de periode 2022-2026 is er aanzienlijk meer duidelijkheid ten aanzien de toegestane opbrengsten van Gasunie Transport Services (GTS) in de komende jaren.

De financieringsbehoefte van Gasunie neemt de komende jaren toe. Meerdere energietransitieprojecten, of onderdelen daarvan, zijn inmiddels goedgekeurd en worden gevolgd door andere energietransitieprojecten.

Voor de komende jaren verwachten we een investeringsniveau van ongeveer € 1 miljard per jaar, wat hoger kan worden indien energietransitieprojecten sneller ontwikkeld worden.

Gasunie lost in december 2024 een tweetal leningen van de Europese investeringsbank (EIB) af. De eerste lening heeft een hoogte van € 125 miljoen en de tweede lening is ter hoogte van € 50 miljoen. In juli 2025 lost Gasunie nog eens € 125 miljoen af bij de EIB.

In november 2023 hebben we onze eerste groene obligatie uitgegeven ter hoogte van € 300 miljoen. Ook in 2024 zal de langetermijn-financieringsbehoefte via groene obligaties worden voldaan.

Regulering

Nederland
Toezichthouder ACM bepaalt de toegestane omzet van GTS, en daarmee de hoogte van de GTS-tarieven, aan de hand van het methodebesluit. Het methodebesluit beschrijft de wijze waarop GTS haar efficiënte kosten gedurende een reguleringsperiode mag terugverdienen en de regels en parameters die daarbij gelden. De huidige reguleringsperiode loopt van 2022 tot 2026.

GTS en marktpartijen hebben in 2021 beroep aangetekend tegen het methodebesluit bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). De belangrijkste bezwaren van GTS hadden betrekking op de benchmark en de energiekosten. GTS vindt dat de robuustheid van het benchmarkonderzoek dusdanig beperkt is dat het geen basis biedt voor een efficiëntieafslag voor GTS. Daarnaast vindt GTS het onderzoek onvoldoende inzichtelijk en controleerbaar. Ten aanzien van het prijsrisico van de kosten van energie vindt GTS dat in het methodebesluit ten onrechte geen nacalculatie wordt toegepast.

Op 4 juli 2023 heeft het CBb uitspraak gedaan. De rechter heeft besloten dat alle energiekosten van GTS moeten worden vergoed, ook nu deze fors zijn gestegen door hogere energieprijzen. Daarnaast heeft de rechter de benchmark voor deze reguleringsperiode ongeldig verklaard. Daardoor wordt de efficiëntieafslag die was toegepast op de inkomsten van GTS teruggedraaid. Bovendien heeft de rechter duidelijk gemaakt aan welke eisen een toekomstige benchmark moet voldoen, voordat deze wordt toegepast door de toezichthouder. De ACM heeft op 21 december 2023 het gewijzigde methodebesluit 2022-2026 vastgesteld.

Daarnaast zijn er in het kader van de regelgeving NC-TAR sectorafspraken gemaakt waarmee alle hiermee samenhangende bezwaar- en beroepsprocedures zijn afgedaan en is afgesproken om in de resterende jaren van het huidige methodebesluit geen nieuwe procedures te starten tegen de zaken die onderdeel zijn van de sectorafspraken. We verwachten dat de aanvullende sectorafspraken in het eerste kwartaal van 2024 ongewijzigd definitief worden.

Het gewijzigde methodebesluit 2022-2026 en de verwachte afname van de gecontracteerde capaciteiten resulteren in een stijging van de voorgestelde transporttarief voor 2025 met gemiddeld circa 51% ten opzichte van 2024. De tariefstijging volgt op de sterke daling met 20% voor de transporttarieven van het jaar 2024 ten opzichte van het jaar 2023. Op de rekening van de eindverbruiker heeft de tariefstijging van GTS slechts een beperkt effect omdat het aandeel van de GTS-transportkosten op de totale energierekening erg klein is. ACM neemt in mei 2024 het besluit voor de transporttarieven van 2025.

Duitsland
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne focust de Duitse overheid zich op de leveringszekerheid van aardgas. Het Duitse ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Bundesministerium für Wirtschaft und Klimaschutz) heeft verschillende initiatieven gestart om de levering van LNG op de korte, middellange en lange termijn te verhogen en om zeker te stellen dat gasbergingen voldoende worden gevuld.

Deze initiatieven hebben ook impact op Gasunie Deutschland omdat Gasunie Deutschland pijpleidingen aanlegt om FSRU’s en LNG-terminals aan te sluiten op haar netwerk. De toezichthouder in Duitsland heeft de netbeheerders de mogelijkheid gegeven om bepaalde activa in aanbouw, die de komende jaren in gebruik genomen gaan worden, over een kortere periode af te schrijven (tot en met 2045).

Regulatoire verrekeningen
De reguleringsmethodieken in Nederland en Duitsland kunnen verrekeningen in volgende jaren veroorzaken. Onder de huidige IFRS-boekhoudregels is het niet toegestaan om regulatoire verrekeningen als vordering of schuld in de balans te verantwoorden. Als gevolg hiervan verantwoorden we regulatoire verrekeningen onder IFRS niet in het jaar waarin ze zijn ontstaan, maar in het jaar waarin de verrekeningen in de tarieven plaatsvinden. Dit leidt tot timingsverschillen tussen IFRS en het regulatoire verdienmodel die periodieke waardeveranderingen tot gevolg kunnen hebben. Daarnaast geeft dit een vertekend beeld van het financieel resultaat in enig jaar. Gezien de grote omvang van de regulatoire verrekeningen presenteren we ook een onderliggend resultaat in de kerncijfers. 

In miljoenen euro's 2023
   
Gasunie Transport Sevices  
Te verrekenen op 1 januari -232
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren -70
Toekomstig te ontvangen verrekening voor behaalde omzet/ENF (versus toegestane omzet/ENF) voor dit jaar 171
Te verrekenen op 31 december  -131 
   
Gasunie Deutschland  
Te verrekenen op 1 januari 2
Dit jaar ontvangen regulatoire verrekeningen ter compensatie van voorgaande jaren 7
Toekomstig te ontvangen verrekening voor behaalde omzet/ENF (versus toegestane omzet/ENF) voor dit jaar -104
Te verrekenen op 31 december  -95 

In de tarieven van 2023 is een bedrag verrekend van € 63 miljoen vanuit voorgaande jaren. Dit bedrag bestaat uit een positieve verrekening van € 70 miljoen voor Gasunie Transport Services en een negatieve verrekening van € 7 miljoen voor Gasunie Deutschland. De in 2023 gerealiseerde omzet, energiekosten en investeringen wijken af van de norm die is vastgesteld door de toezichthouders in Nederland en Duitsland. Voor Gasunie Transport Services leidt deze afwijking tot een toekomstige vordering van € 171 miljoen en voor Gasunie Deutschland leidt dit tot een toekomstige terugbetaling van € 104 miljoen. Deze bedragen worden verrekend in de tarieven van de volgende jaren.

Ultimo 2023 moet regulatoir een bedrag van € 226 miljoen worden verrekend. Dit bedrag bestaat uit een te betalen bedrag voor Gasunie Transport Services van € 131 miljoen en een te betalen bedrag voor Gasunie Deutschland van € 95 miljoen. Dit is een schatting, de toezichthouders stellen uiteindelijk de definitieve verrekeningen vast. In het onderstaande overzicht splitsen we het te verrekenen bedrag naar de perioden waarin de bedragen op basis van IFRS-grondslagen worden verrekend in de tarieven:

In miljoenen euro's Totaal 2024 2025-2028 2029 >
         
Gasunie Transport Sevices -131 -134 3  - 
Gasunie Deutschland -95 -15 -80  - 
         
Totaal te verrekenen  -226   -149   -77   -