Spring naar inhoud

Dilemma's

Dilemma’s

Gasunie probeert haar werk zo goed mogelijk te doen en daarbij rekening te houden met de belangen van al haar stakeholders. Daarbij komen we soms te staan voor onverwachte gebeurtenissen of moeten we moeilijke keuzes maken. Onderstaande dilemma’s hielden ons in 2023 bezig. Door ons daarvan bewust te zijn en door ervan te leren, kunnen we onze organisatie blijven verbeteren.

Lang versus kort

Van prille planvorming tot oplevering kost het ontwikkelen van een gemiddeld energietransitie-project minimaal tien jaar. En onze infrastructuren gaan lang mee. We werken bij de planvorming samen met partijen die soms slechts enkele jaren vooruitkijken en met een veel kortere blik naar de ontwikkelingen en naar investeringen kijken. Dit is met afstand het grootste dilemma waar Gasunie mee te maken heeft. Een panklare oplossing is er niet. We baseren ons bij de ontwikkeling van infrastructuur daarom niet alleen op individuele klantvraag maar baseren onze investeringen op de II3050-toekomstscenario’s. Door te kijken welke investeringen in alle scenario’s zinvol zijn kunnen we slimme voorinvesteringen te doen. Delen van de infrastructuur die we voor Porthos aanleggen, voeren we bijvoorbeeld groter uit omdat we die delen ook kunnen gebruiken voor Aramis en CO2connect. Daarnaast zijn we blij met de subsidies voor Hynetwork Services en WarmtelinQ die het vollooprisico gedeeltelijk afdekken; de eerste jaren van exploitatie waarin de transportvolumes nog in opbouw zullen zijn.

Warme winters

Hoe kaart je het belang van leveringszekerheid aan als alles goed lijkt te gaan? De fysieke tekorten aan aardgas waar iedereen bij de start van de Oekraïne-oorlog zo bang voor was, zijn deze en vorige winter uitgebleven door een combinatie van milde temperaturen en (al dan niet ongewilde) vraaguitval door hoge gasprijzen. Als gevolg hiervan zien we de publieke en politieke aandacht voor leveringszekerheid weer afnemen. Tegelijkertijd zijn de risico's op een fysiek tekort aan gas allerminst verdwenen. Hoe gaan we hier mee om? Gelet op het grote belang van leveringszekerheid, zullen we de markt gevraagd en ongevraagd blijven voorzien van onze inzichten. We zijn een stuwende kracht achter een nieuwe Nederlandse wet voor de borging van de leveringszekerheid voor energie. En voortaan gaan we jaarlijks een visiedocument uitbrengen waarbij we ook marktpartijen consulteren.

Onze interne CO₂-prijs

Net als de rest van de samenleving moeten de transportnetten van Gasunie tussen 2040 en 2050 CO2-neutraal worden. Dat betekent dat we de komende decennia fors investeren in onze eigen emissiereductie. We hanteren daarbij een interne CO2-prijs van €200/ton. Dat is het bedrag dat we bereid zijn om uit te geven voor het vermijden van een ton aan CO2-emissies. Dat lijkt strijdig met het betaalbaar houden van ons energietransport, wat een van onze kernwaarden is. Toch willen we vasthouden aan deze interne CO2-prijs. Het is onze inschatting van de maatschappelijke schade van een ton CO2-emissie. We merken dat sommige van onze emissiereductieplannen zelfs méér kosten dan €200/ton CO2. Die projecten lopen het risico om op de lange baan te worden geschoven, waardoor ze blijven emitteren. 

Veiligheid

Veiligheid is een onderwerp dat binnen Gasunie niet voor onderhandeling vatbaar is. We streven naar nul incidenten op de werkvloer. Alle mensen die voor Gasunie werken, moeten ’s avonds weer gezond thuis kunnen komen. Tegelijkertijd zien we het aantal ongelukken op het werk toenemen. Onze ongevallen-KPI, de TRFI, is zowel in 2022 als in 2023 boven de signaalwaarde van 2,5 uitgekomen. Toch wordt het thema veiligheid door onze stakeholders niet als materieel thema gezien. Dat komt doordat de financiële impact van de geregistreerde ongevallen op Gasunie relatief beperkt is en doordat een deel van onze stakeholders een veilige werkomgeving als een vanzelfsprekendheid ziet. Dit jaarverslag kent daarom geen apart hoofdstuk over veiligheid. Zo lijkt het alsof het onderwerp minder managementaandacht krijgt dan andere onderwerpen. Niets is minder waar. We blijven alles op alles zetten om de komende jaren een TRFI van 2,5 of lager te bereiken. Dat doen we bijvoorbeeld door realistische projectplanningen te maken, waarbij we moeten zorgen dat er geen vertragingen ontstaan in de planfase, die vervolgens moeten worden ingehaald in de bouwfase.