Publiek belang staat altijd voorop

Helmer: “Terugkijkend kun je zeggen dat Gasunie al reageerde vóór de Russische invasie van Oekraïne. In oktober 2021 bleek dat het niet mogelijk was om de LNG-terminal in het Duitse Brunsbüttel op een commerciële manier neer te zetten. We zagen echter wel het risico van de grote afhankelijkheid van Rusland. Toen zijn we samen naar het Duitse ministerie van Economische Zaken (BMWK) gegaan om ervoor te zorgen dat de terminal er toch zou komen en dat Duitsland zou meebetalen. Ulco en zijn team hebben een hele mooie deal bereikt.” Ulco: “Meestal lukt het om projecten commercieel rendabel vorm te geven. In dit geval niet, maar omwille van het publieke belang konden we niet opgeven.” Helmer knikt: “Gasunie laat zien dat het de leveringszekerheid binnen de gehele Noordwest-Europese markt belangrijk vindt. Op deze markt worden bovendien de energieprijzen voor Nederlandse huishoudens bepaald.” 

“Ook na de inval merkten we dat Gasunie zich zeer verantwoordelijk voelt voor zowel de leveringszekerheid in Nederland als de energieprijzen in Europa,” gaat Helmer verder. “Gasunie heeft onvoorstelbaar hard gewerkt om de EemsEnergyTerminal voor elkaar te krijgen. En vergeet ook niet de capaciteitsvergroting van de Gate terminal. Gasunie is de enige organisatie die de LNG-aanland-capaciteit in Noordwest-Europa voor aanvang van de winter heeft weten te vergroten.” Ulco: “Een maatschappelijke crisis als deze is voor onze generatie ongeëvenaard. We hebben veel geanalyseerd en vooral actie ondernomen. Daarbij kregen we steun van het ministerie van Financiën en andere ministeries, zowel politiek als financieel en operationeel. Ook de verschillende commerciële bedrijven die hierbij betrokken waren, zijn tot het uiterste gegaan: petje af voor hun bijdrage.” 

Helmer: “Daarnaast vind ik het fantastisch hoe Gasunie de ontwikkeling van infrastructuur voor de energietransitie aanpakt, zoals WarmtelinQ en het Waterstofnetwerk Nederland. Waterstof gaat een grote rol spelen in Europa. Over de financiering van het waterstofnetwerk is dan ook veel gesproken tussen Gasunie, ons ministerie en het ministerie van EZK.” “Samen hebben we gekozen voor een aanpak waarin we proactief en met veel risico investeren in infrastructuur,” vult Ulco aan. “Zo doorbreken we het kip-ei-probleem waar de waterstofmarkt mee kampt. We zijn daarnaast erg trots op Porthos, wereldwijd het eerste CCS-project van zo’n grote omvang. De CO₂-uitstoot van de Nederlandse industrie is groot; met CO₂-opslag kunnen we die enorm reduceren.” 

Helmer: “Wat de huidige minister van Financiën ook belangrijk vindt, is maatschappelijk verantwoord ondernemen. Minister Kaag vindt dat staatsdeelnemingen hierin voorop moeten lopen. Bij Gasunie zit dat al in de haarvaten van de onderneming, vind ik.” Ulco: “Wij concentreren ons op onze echte taak, maar wel op zo’n manier dat we maatschappelijk zo veel mogelijk impact maken. Onze manier van werken is al jaren geënt op de Sustainable Development Goals. Ik denk dat dit voor onze medewerkers ook extra inspirerend is. We zien MVO niet als een last of een opdracht vanuit het ministerie; de Goals zijn intrinsiek van toegevoegde waarde voor ons bedrijf.”

Ulco: “Wie uiteindelijk de baas is? Het ministerie van Financiën heeft natuurlijk een hoop te zeggen, bijvoorbeeld in het formuleren van onze strategie en in het goedkeuren van besluiten. Heel soms keurt het ministerie investeringen af. En zo hoort het ook; het is immers onze aandeelhouder. Maar zo’n formele rolverdeling kun je wel op verschillende manieren invullen. Helmer en zijn team doen dat op een positieve en meedenkende manier. Het is een plezierige samenwerking en dat zorgt voor betere resultaten.” Helmer: “Ik voel mij niet ‘de baas’. Uiteindelijk gaat het om het publieke belang. Dat is waar we gezamenlijk voor gaan. Er is echt vertrouwen tussen alle lagen van Gasunie en het ministerie van Financiën. Dat is zo waardevol. Vertrouwen, dat is wat mij betreft het recept.”