Voorwoord raad van bestuur
Voorwoord raad van bestuur
Volhouden, bijsturen en leren gedurende de weg
Dat de energietransitie een pad van volhouden en bijsturen is, heeft Gasunie in de eerste zes maanden van 2025 ondervonden. Het CO2-transport- en -opslagproject Porthos en het waterstofnet in de Rotterdamse haven liggen op koers om in 2026 operationeel te worden. Ook het aantal kilometers leiding in ons Duitse gasnet dat omgebouwd is voor het toekomstige transport voor waterstof, groeit gestaag. Positief is ook dat onze toekomstige waterstofberging HyStock een voorlopige opslagvergunning heeft ontvangen.
Het Waterstofnetwerk Nederland en WarmtelinQ (warmtetransport in Zuid-Holland) hebben te maken gekregen met vertraging en een hogere kostenraming, iets waar meer complexe langlopende projecten in de infrasector mee te maken hebben. Aramis (CCS) krijgt een andere aandeelhoudersstructuur. Opslag van afgevangen CO2 is de enige grootschalige optie voor de Nederlandse energie-intensieve industrie om te verduurzamen met behoud van Nederland als vestigingsland. Als publieke partijen nemen Gasunie en EBN nu een grotere verantwoordelijkheid om het project te realiseren.
Weerbaarheid
Een positieve ontwikkeling die we het afgelopen halfjaar hebben gezien, is dat duurzaamheid, industrieel concurrentievermogen en energiezekerheid bij het grote publiek steeds meer gemeenschappelijke grond vinden en in het publieke debat sterker met elkaar verweven raken. Weerbaarheid is naar voren gekomen als een gedeelde zorg. Het is niet langer uitsluitend een verantwoordelijkheid van overheden; het strekt zich nu ook uit tot de samenleving en het bedrijfsleven.
Gasunie werkt er met partners hard aan om die weerbaarheid vorm te geven. Investeren in elektrificatie blijft broodnodig. Om deze ontwikkeling te ondersteunen zijn onze huidige en toekomstige transportnetwerken van belang, zoals ons gasnet. Dat kan in de toekomst groen gas vervoeren. En het kan relatief eenvoudig worden aangepast voor het transport van andere duurzame moleculen. Door het bestaande netwerk slim aan te passen en waar nodig uit te breiden, kan het bijdragen aan een betaalbare energietransitie. Bovendien bieden moleculen een extra voordeel: ze maken langdurige energieopslag mogelijk, wat we nodig hebben nu we steeds afhankelijker worden van zon en wind als opwekkers van elektriciteit.
Door in te zetten op meerdere energievormen komt er meer zekerheid dat er genoeg beschikbaar is. Tegelijkertijd constateren we dat doelgericht klimaatbeleid plaats lijkt te maken voor een meer realistische aanpak. De aanleg van nieuwe infrastructuur zal ook bij een meer realistisch beleid nodig blijven. De lange aanlooptijd van onze projecten betekent dat wij vaart moeten houden. Waterstof blijft bijvoorbeeld in alle toekomstscenario’s een essentiële pijler, maar zal zowel van ‘groene’ als van ‘blauwe’ komaf zijn. In het laatste geval is CO2-afvang nodig. Ook industriesectoren zoals cementproductie zullen inzetten op CO2-afvang.
Daarom werken we met veel partijen samen om de CCS-keten te ontwikkelen en een solide infrastructuur voor het transport en opslag van afgevangen CO2 te realiseren. Aardgas zal langer belangrijk blijven, en daarmee zijn verdere investeringen in infrastructuur in het aardgasnet en importhavens voor vloeibaar aardgas onvermijdelijk.
Deze infrastructuur kan en moet natuurlijk wel zo veel mogelijk geschikt worden gemaakt voor toekomstige inzet van duurzame gassen. Vasthouden aan eisen voor de vulgraad van gasbergingen is in dit perspectief ook belangrijk, net als de nu voorgestelde bijmengverplichting voor groen gas. Injectie van groen gas in leidingen draagt bij aan een betaalbare verduurzaming van de huishoudens omdat de bestaande gasinfrastructuur de koudepieken kan opvangen.
Ruggensteun
We voelen ons gesteund door onze aandeelhouder de Nederlandse overheid. Als Aramis en het toekomstige CO2-overslagbedrijf CO2next in de eerste jaren na ingebruikname nog niet op volle capaciteit draaien, is er – net als voor het nationale waterstofnetwerk – geld beschikbaar om investeringskosten af te dekken. Om de waterstofeconomie een impuls te geven, komt er een bijmengverplichting voor alle 14.000 MW aan Nederlandse gasgestookte centrales, oplopend van 1% in 2030 tot 5% in 2035 met daarbovenop een ruime stimuleringsregeling voor elektriciteitsproducten die meer dan het minimum willen bijmengen.
Gasunie wil tot en met het jaar 2030 € 12 miljard investeren in energie-infrastructuren. We nemen maatregelen om het behoud van sleutelindustrieën in Nederland te ondersteunen. We zetten concrete stappen om de energievoorziening te diversifiëren en tegelijkertijd deze industrieën te ondersteunen. Door infrastructuur voor CO2-transport en -opslag te realiseren, kunnen we vanaf 2030 50% van de industriële CO2-emissies verwerken.
Tegelijkertijd zetten we in op de snelle ontwikkeling van waterstofinfrastructuur en het mogelijk maken van de injectie van groen gas in onze leidingen. Ondertussen blijven we onze aardgasnetwerken in Nederland en Duitsland zo efficiënt mogelijk beheren, om de leveringszekerheid te waarborgen. Het terugdringen van het aantal werkgerelateerde ongevallen heeft daarbij hoge prioriteit.
Netwerken voor waterstof, CO2-transport en -opslag, warmte en groen gas zijn de ruggengraat van een toekomstbestendig energiesysteem – essentieel voor een betaalbare, betrouwbare én duurzame energiemarkt. Het is geen keuze tussen óf duurzaam óf leveringszekerheid. We hebben beide nodig. Er is geen tijd voor stilstand, we blijven in beweging. Om als bedrijf, sector en samenleving koers te houden, bij te sturen waar nodig en te blijven leren onderweg. Alleen zo maken we de energietransitie tot een blijvend succes.
Willemien Terpstra, Bart Jan Hoevers, Hans Coenen en Jan Boekelman
