Voortgangsrapportage
Energietransitie
In ons jaarverslag over 2024 schreven we dat we verwachten dat gebruikers van onze netten, door onze investeringen in nieuwe energie-infrastructuur, in 2030 in staat zijn om 16,4 MT aan emissies te vermijden. Gasunie maakt deze calculatie jaarlijks. Op dit moment houden we vast aan deze prognose, hoewel de tijdlijnen van sommige van onze bouwprojecten onder druk staan door bezwaarprocedures, trage vergunningstrajecten, stikstofregels en een oververhitte aannemersmarkt.
Emissies
Gasunie wil haar methaanemissies (onderdeel van scope 1) in 2030 hebben teruggebracht naar 70 kt CO2eq. In het eerste halfjaar van 2025 bedroegen de methaanemissies 52,4 kt CO2eq tegen 61,8 kt CO2eq in dezelfde periode een jaar eerder. Hiermee blijven we op koers liggen om dit reductiedoel te halen.
Verder willen we onze scope 1+2 emissies (marktgebaseerd) in 2030 met 34% hebben teruggebracht ten opzichte van 2020, uitgaande van gelijkblijvende transportvolumes bij dochters GTS en GUD volgens de volgende formule: CO2eq [kton] = 70 kton CO2eq methaanemissies + (0,137 × transportvolume [TWh]). In het eerste halfjaar van 2025 bedroegen onze scope 1 en 2 emissies (marktgebaseerd) 184,2 kt CO2eq tegen 180,9 kt CO2eq in dezelfde periode een jaar eerder. De getransporteerde hoeveelheden waren in het eerste halfjaar van 2025 489 TWh ten opzichte van 449 TWh in het eerste halfjaar van 2024.
Circulariteit
Onze grootste bijdrage aan een circulaire wereld maken we door anders om te gaan met staal. Gasunie beheert een netwerk dat bestaat uit ruim 17.500 kilometer aan stalen leidingen en kopen jaarlijks een significante hoeveelheid staal in. Het totale gewicht staal dat Gasunie in de eerste zes maanden van 2025 heeft ingekocht is voor 17,8% gemaakt van gerecyclede materialen. Over geheel 2024 was dat 13,2%.
Leveringszekerheid
Onze prestaties op het gebied van leveringszekerheid rapporteren we op twee manieren: in het aantal transportonderbrekingen en het aantal uncontrolled events.
In Nederland verstaan we onder transportonderbrekingen het aantal keren dat geen of onvoldoende gas heeft kunnen stromen richting eindafnemer en waarbij de oorzaak ligt bij Gasunie. Er is sprake van een transportonderbreking indien bij een onderbreking de aangeslotene niet ten minste drie werkdagen van tevoren op de hoogte is gesteld of bij uitval van een gasontvangstation (GOS) tijdens een stand-by situatie. In Duitsland verstaan we hieronder: het aantal keren dat onze infrastructuur niet in staat was om voldoende gas te leveren aan een klant. De scores van Gasunie in Nederland en Duitsland worden opgeteld om de totale score te bepalen. Onze interne eis is dat het aantal transportonderbrekingen per jaar nooit hoger is dan zes. Er is in het eerste half jaar van 2025 één transportonderbreking geweest (2024: 1). Deze onderbreking ontstond tijdens het uit bedrijf nemen van meet- en regelstation Mill. Daarbij werd per abuis een onjuist afsluiterschema gehanteerd, wat leidde tot een tijdelijke onderbreking van de gaslevering richting een GOS in Landhorst. Bij het constateren van de onderbreking is direct contact opgenomen met de regionale netbeheerder. Deze heeft vervolgens actie ondernomen richting de afnemers.
Uncontrolled events zijn incidenten met gasuitstroom ((aard)gas, waterstof, stikstof, lucht) van meer dan 14.000 m3 uit een door Gasunie beheerde drukhouder met een ontwerpdruk van 8 bar of hoger. We accepteren jaarlijks een maximum aantal van twee uncontrolled events. Er zijn in de eerste helft van 2025 twee uncontrolled events geweest. Uit technisch onderzoek blijkt dat de lekkages zijn ontstaan als gevolg van externe corrosie. De corrosie is ontstaan door een verstoring in de kathodische bescherming, deze verstoring werd veroorzaakt door zwerfstromen afkomstig van de nabijgelegen spoorverbinding. Via de aardmantel van een kruisende 10kV-elektriciteitskabel zijn deze stromen overgedragen op de leidingen, wat heeft geleid tot versnelde corrosievorming. Naar aanleiding van deze incidenten zijn maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.
Veiligheid
Het aantal ongevallen binnen Gasunie monitoren we met de Total Reportable Frequency Index (TRFI, het aantal ongevallen gevolgd door medische handelingen, vervangend werk, verzuim of dodelijke afloop per 1 miljoen werkuren). De TRFI bedroeg ultimo juni 2025 2,9. Ultimo december 2024 was dit 2,6*. Gedurende het eerst halfjaar van 2025 hebben er geen ongevallen plaatsgevonden met langdurig verzuim** als gevolg. Als doelstelling voor 2025 hebben we een TRFI die lager of hooguit gelijk is aan 2,5. De TRFI ligt dus nog altijd boven de signaalwaarde, wat betekent dat het aantal ongelukken op het werk onacceptabel hoog is. Het aanhoudende hoge niveau van het aantal reportables is voor ons een extra aansporing tot actie.
* Vanaf 1 januari 2025 is de methode om de TRFI te berekenen gewijzigd. De TRFI ultimo december 2024 is opnieuw berekend in overeenstemming met de nieuwe methode.
** Langdurig verzuim betreft verzuim van meer dan 42 kalenderdagen.
Welzijn van medewerkers
We hanteren voor het welzijn van onze medewerkers twee verschillende instrumenten, de medewerkerstevredenheid en het verzuim.
Elk jaar voeren we een medewerkerstevredenheidsonderzoek uit. De resultaten van het meest recente onderzoek uit december 2024 hebben we al gerapporteerd in ons jaarverslag over 2024.
Onze eNPS-score lag op 26, waar 18 de benchmark was, wat aangeeft dat onze medewerkers Gasunie over het algemeen aan anderen aanraden als werkgever.
Het verzuimpercentage over het eerste halfjaar van Gasunie is 4,1% in Nederland en 4,0% in Duitsland. Onze Gasunie-doelstelling voor 2025 is een ziekteverzuim dat niet hoger ligt dan 4,0%. Het ziekteverzuimpercentage van Gasunie is lager dan het gemiddelde ziekteverzuimpercentage van werknemers in Nederland.
Gasunie had per 30 juni 2025 een personeelsbezetting van 3.242 fulltime-equivalenten (fte). Dit kan opgedeeld worden in 2.875 fte voor Gasunie Nederland en 367 fte voor Gasunie Duitsland. De personeelsbezetting groeit ten opzichte van ultimo 2024 met name door de activiteiten die we uitvoeren op het gebied van de energietransitie.