Geconsolideerde halfjaarrekening
Verkorte geconsolideerde balans per 30 juni 2023
(vóór resultaatbestemming)
In miljoenen euro’s | Noot | 30 juni 2023 | 31 dec. 2022 |
---|---|---|---|
Activa | |||
Vaste activa | |||
- materiële vaste activa | 4 | 9.566,7 | 9.457,0 |
- investeringen in joint ventures | 5 | 412,4 | 372,3 |
- investeringen in geassocieerde deelnemingen | 0,6 | 0,6 | |
- overige deelnemingen | 7,0 | 7,0 | |
- uitgestelde belastingvorderingen | 235,9 | 239,2 | |
Totaal vaste activa | 10.222,6 | 10.076,1 | |
Totaal vlottende activa | 816,6 | 996,9 | |
Activa aangehouden voor verkoop | 5 | 53,7 | 32,2 |
Totaal activa | 11.092,9 | 11.105,2 |
In miljoenen euro’s | Noot | 30 juni 2023 | 31 dec. 2022 |
---|---|---|---|
Passiva | |||
Totaal eigen vermogen | |||
toekomend aan de aandeelhouder | 1 | 6.370,2 | 6.304,4 |
Langlopende schulden | |||
- rentedragende leningen | 6, 7 | 2.776,4 | 2.775,5 |
- leaseverplichtingen | 375,0 | 411,0 | |
- contractverplichtingen | 2 | 99,0 | 60,7 |
- uitgestelde belastingverplichtingen | 186,5 | 170,2 | |
- overige langlopende verplichtingen en voorzieningen | 182,2 | 183,2 | |
- afgeleide financiële instrumenten | 23,1 | 15,9 | |
Totaal langlopende schulden | 3.642,2 | 3.616,5 | |
Kortlopende schulden | |||
- kortlopende financieringsverplichtingen | 6 | 225,0 | 225,0 |
- leaseverplichtingen | 69,8 | 70,1 | |
- contractverplichtingen, vennootschapsbelasting en handels- en overige schulden | 785,7 | 889,2 | |
Totaal kortlopende schulden | 1.080,5 | 1.184,3 | |
Totaal passiva | 11.092,9 | 11.105,2 |
Verkorte geconsolideerde winst-en-verliesrekening over het eerste halfjaar 2023
In miljoenen euro’s | Noot | eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|
Voortgezette bedrijfsactiviteiten | |||||
Netto-omzet | 2, 3 | 1.102,8 | 896,9 | ||
Aan investeringen toegerekende kosten | 47,6 | 32,6 | |||
Personeels- en overige kosten | -580,3 | -455,7 | |||
Afschrijvingskosten | -210,4 | -167,0 | |||
Totale lasten | -743,1 | -590,1 | |||
Bedrijfsresultaat | 359,7 | 306,8 | |||
Financiële baten en lasten | -30,5 | -20,1 | |||
Aandeel in resultaat joint ventures | 5 | 19,4 | 18,1 | ||
Resultaat vóór belastingen | 348,6 | 304,8 | |||
Belastingen | -82,5 | -77,3 | |||
Resultaat na belastingen | 266,1 | 227,5 |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het eerste halfjaar 2023
In miljoenen euro’s | Noot | Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|
Resultaat na belastingen, zoals opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 266,1 | 227,5 | |||
Saldo van actuariële winsten en verliezen terzake van personeelsbeloningen, | -2,3 | 29,8 | |||
waarvan vennootschapsbelasting | 0,7 | -8,8 | |||
Mutatie van tegen reële waarde gewaardeerde overige deelnemingen | - | -267,8 | |||
Totaal van de resultaten verwerkt in het eigen vermogen, die bij realisatie niet worden geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening | -1,6 | -246,8 | |||
Mutatie in de cashflow hedges reserves van joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 1,4 | 14,0 | |||
Totaal van de resultaten verwerkt in het eigen vermogen, die bij realisatie worden geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening | 1,4 | 14,0 | |||
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 265,9 | -5,3 | |||
Toe te rekenen aan aandeelhouder | 265,9 | -5,3 |
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen over het eerste halfjaar 2023
In miljoenen euro’s | Aandelen kapitaal | Reële waarde reserve | Overige reserves | Onverdeeld resultaat | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Eerste half jaar 2023 | |||||
Stand per 1 januari 2023 | 0,2 | -172,7 | 5.922,1 | 554,9 | 6.304,4 |
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar | - | - | -0,2 | 266,1 | 265,9 |
Uitgekeerd dividend 2022 | - | - | - | -200,0 | -200,0 |
Toegevoegd aan de overige reserves | - | - | 354,9 | -354,9 | - |
Stand per 30 juni 2023 | 0,2 | -172,7 | 6.276,8 | 266,1 | 6.370,2 |
Eerste half jaar 2022 | |||||
Stand per 1 januari 2022 | 0,2 | 335,4 | 5.782,9 | 310,7 | 6.429,2 |
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar | - | -267,8 | 35,0 | 227,5 | -5,3 |
Uitgekeerd dividend 2021 | - | - | - | -217,5 | -217,5 |
Toegevoegd aan de overige reserves | - | - | 93,2 | -93,2 | - |
Stand per 30 juni 2022 | 0,2 | 67,6 | 5.911,1 | 227,5 | 6.206,2 |
Verkort geconsolideerd kasstroomoverzicht over het eerste halfjaar 2023
In miljoenen euro’s | Noot | Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|
Kasstroom uit bedrijfsoperaties | 669,3 | 799,7 | |||
Saldo van ontvangen en betaalde interest, vennootschapsbelasting en ontvangen dividenden | 5 | -124,3 | -57,3 | ||
Kasstroom uit operationele activiteiten | 545,0 | 742,4 | |||
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 4, 5 | -416,7 | -227,6 | ||
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | |||||
Leasebetalingen | -39,0 | -4,2 | |||
Opname kortlopende financieringsverplichtingen | 215,0 | 1.035,1 | |||
Aflossing kortlopende financieringsverplichtingen | -215,0 | -1.270,0 | |||
Uitgekeerd dividend | 1 | -200,0 | -217,5 | ||
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -239,0 | -456,6 | |||
Netto kasstroom in het halfjaar | -110,7 | 58,2 | |||
Liquide middelen primo periode | 435,9 | 38,3 | |||
Koers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen | -0,2 | - | |||
Liquide middelen ultimo periode | 58,2 | 96,5 |
Toelichting op de verkorte geconsolideerde halfjaarrekening 2023
Algemeen
Opmaken van de halfjaarrekening
De halfjaarrekening 2023 is opgemaakt door de raad van bestuur op 18 juli 2023.
Verslaggevende entiteit
N.V. Nederlandse Gasunie (hierna ook: ‘Gasunie’, ‘de vennootschap’ of 'we') is een Europees energieinfrastructuurbedrijf. De vennootschap heeft haar domicilie in Groningen, Nederland.
De voornaamste activiteit is het aanbieden van gereguleerde transportdiensten in Nederland en in Duitsland. Gasunie zet haar infrastructuur en kennis daarnaast sterk in voor verdere ontwikkeling en integratie van alternatieve energiebronnen en -dragers, zoals waterstof, warmte en groen gas alsmede de ontwikkeling van CCS. Gasunie neemt daarnaast deel in samenwerkingsverbanden voor pijpleidingen die het Gasunie-transportnet verbinden met buitenlandse markten. Daarnaast biedt Gasunie ook andere diensten aan op het gebied van energie-infrastructuur, waaronder (LNG-)gasopslag en de certificering van groen gas en waterstof.
De vennootschap is een Naamloze Vennootschap en is statutair en feitelijk gevestigd te Groningen, Nederland op de Concourslaan 17 en is ingeschreven onder KvK-nummer 02029700. N.V. Nederlandse Gasunie is het ultieme groepshoofd. De Staat der Nederlanden houdt alle op de balansdatum geplaatste aandelen van N.V. Nederlandse Gasunie.
Verslaggevingsperiode
Deze verkorte geconsolideerde halfjaarrekening (hierna: ‘de halfjaarrekening’) heeft betrekking op de eerste zes maanden van het boekjaar 2023 en heeft als balansdatum 30 juni 2023.
Presentatie- en functionele valuta
De halfjaarrekening presenteren we in euro’s, wat tevens de functionele valuta is van de vennootschap. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in miljoenen euro’s.
Continuïteit
Deze halfjaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Seizoensinvloed
Als gevolg van seizoensinvloeden zijn zowel de omzet als de kosten niet gelijkmatig over het jaar verdeeld. De kernactiviteit van de vennootschap betreft het transport van aardgas door het gastransportnet. De omzet bestaat overwegend uit de verkoop van de beschikbare transportcapaciteit en van transport gerelateerde diensten. In de winter contracteren onze klanten substantieel meer capaciteit dan in de zomer. De omzet is hierdoor in de wintermaanden hoger dan in de overige maanden. De kosten van het netbeheer zijn voor een deel variabel (afhankelijk van het daadwerkelijk getransporteerde volume gas), maar voor een substantieel deel ook vaststaand. Een hoger getransporteerd volume gas in de wintermaanden leidt in die maanden tot hogere kosten dan in andere maanden.
Oordelen en schattingen door het management
Het management maakt bij het opstellen van de halfjaarrekening gebruik van schattingen en beoordelingen, die de gerapporteerde bedragen voor activa en passiva op balansdatum en het resultaat over de eerste zes maanden van het boekjaar beïnvloeden. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Periodiek beoordeelt het management de schattingen en onderliggende veronderstellingen. Herzieningen van schattingen nemen we op in de periode waarin we de schatting herzien en in toekomstige perioden waarop de herziening betrekking heeft.
De invloed van oordelen en schattingen van het management is significant bij de:
- waardering en de bepaling van de levensduur van vaste activa;
- waardering van de overige deelnemingen;
- waardering en de bepaling van de voorziening voor opruimkosten en saneringen;
- waardering van de uitgestelde belastingvorderingen;
- waardering van de pensioenverplichtingen;
- waardering van de afgeleide financiële instrumenten;
- classificatie van kapitaalsbelangen.
In bepaalde gevallen beïnvloeden de ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie en aangescherpte milieu- en klimaatdoelstellingen ook de hiervoor genoemde oordelen en schattingen. We nemen ook deze ontwikkelingen mee in onze oordelen en schattingen.
Basis voor de opstelling
Overeenstemmingsverklaring
De halfjaarrekening betreft de periodieke tussentijdse financiële informatie van de vennootschap en is opgesteld in overeenstemming met IAS 34 ‘Interim Financial Reporting’, zoals bekrachtigd door de Europese Unie. Deze halfjaarrekening bevat niet alle toelichtingen die normaliter zijn opgenomen in een volledige jaarrekening en moet om deze reden in samenhang met de geconsolideerde jaarrekening 2022 van N.V. Nederlandse Gasunie gelezen worden.
Er heeft geen accountantscontrole op of beoordeling van de halfjaarrekening plaatsgevonden.
Uitgangspunten voor de grondslagen voor de consolidatie en de waardering en de resultaatbepaling
De vennootschap stelt haar geconsolideerde financiële overzichten op in overeenstemming met de bepalingen van de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals bekrachtigd door de Europese Unie. IFRS omvat in dit kader zowel ook de International Accounting Standards (IAS), die door de International Accounting Standards Board zijn uitgebracht, en de interpretaties van IFRS en IAS, uitgebracht door het IFRS Interpretations Committee (IFRIC) respectievelijk het Standing Interpretations Committee (SIC).
De grondslagen die zijn toegepast bij het opstellen van de halfjaarrekening 2023 komen overeen met de grondslagen voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening 2022, uitgezonderd de in de volgende paragraaf beschreven nieuwe en gewijzigde standaarden.
Nieuwe en gewijzigde standaarden voor de financiële verslaggeving
Met ingang van het boekjaar 2023 zijn onderstaande wijzigingen in standaarden van kracht:
- Amendments to IAS 1 Presentation of Financial Statements and IFRS Practice Statement 2: Disclosure of Accounting policies
- Amendments to IAS 8 Accounting policies, Changes in Accounting Estimates and Errors: Definition of Accounting Estimates
- IFRS 17 Insurance Contracts; including Amendments to IFRS 17
- Amendments to IAS 12 Income Taxes: Deferred Tax related to Assets and Liabilities arising from a Single Transaction
- Amendments to IFRS 17 Insurance contracts: Initial Application of IFRS 17 and IFRS 9 – Comparative Information
Daarnaast worden onderstaande standaarden of wijzigingen daarin naar verwachting in de nabije toekomst van kracht. Van deze standaarden is de EU-goedkeuring nog niet afgerond:
- Amendments to IAS 7 Statement of Cash Flows and IFRS 7 Financial Instruments: Disclosures: Supplier Finance Arrangements
- Amendments to IAS 12 Income taxes: International Tax Reform – Pillar Two Model Rules
- Amendments to IAS 1 Presentation of Financial Statements:
- Classification of Liabilities as Current or Non-current Date (including deferral of Effective Date)
- Non-current Liabilities with Covenants
- Amendments to IFRS 16 Leases: Lease Liability in a Sale and Leaseback
Uit een analyse door de vennootschap blijkt dat zowel de vastgestelde standaarden als de nog te bekrachtigen standaarden geen materiële impact hebben op het vermogen en het resultaat van de vennootschap en dat geen sprake is van significante additionele toelichtingen. Om die reden zijn de gevolgen van deze wijzigingen voor de vennootschap niet in detail toegelicht in deze halfjaarrekening.
Nadere toelichting op de verkorte geconsolideerde financiële overzichten
1. Belangrijke aangelegenheden en transacties in het eerste halfjaar 2023
Acquisitie Uniper Ruhrgas BBL B.V.
BBL Company is opgericht door Gasunie, Fluxys en Uniper (voorheen: Ruhrgas) en exploiteert sinds 2006 een gaspijpleiding tussen Balgzand in Nederland en Bacton in het Verenigd Koninkrijk. Op grond van wet- en regelgeving moest Uniper zijn 20% belang in BBL Company eind 2022 hebben afgestoten. Gasunie heeft op grond van de samenwerkingsovereenkomst rondom BBL Company samen met mede-eigenaar Fluxys de optie om haar voorkeursrecht uit te oefenen in het geval een mede-eigenaar zijn belang moet of wenst te vervreemden.
Begin 2023 heeft Gasunie haar voorkeursrecht daadwerkelijk uitgeoefend. Vanaf mei 2023 hebben we een economisch belang in BBL Company van 75,0% (ultimo 2022: 60,0%) en heeft Fluxys een belang van 25,0% (ultimo 2022: 20,0%). De boekwaarde van het additioneel verkregen aandeel bedraagt circa € 50,0 miljoen. De impact op het geconsolideerde resultaat, de geconsolideerde kasstromen en de geconsolideerde financiële positie is relatief beperkt.
Uitspraak beroep Methodebesluit GTS 2022-2026
Op 4 juli 2023 – na de balansdatum van deze halfjaarrekening – heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak gedaan in de beroepszaak tegen het methodebesluit GTS 2022-2026. Meer informatie hierover is opgenomen in noot 4 ‘Materiële vaste activa’.
Dividenduitkering en transacties met verbonden partijen
In de eerste helft van 2023 heeft Gasunie € 200,0 miljoen (eerste halfjaar 2022: 217,5 miljoen) dividend uitgekeerd aan haar enig aandeelhouder, de Staat der Nederlanden. Het betrof de resultaatbestemming over het boekjaar 2022, overeenkomstig het besluit van de algemene vergadering van 29 maart 2023.
De aard van de overige transacties met verbonden partijen in het eerste halfjaar 2023 is gelijk aan wat is vermeld in de geconsolideerde jaarrekening 2022. Transacties met verbonden partijen in de eerste helft van 2023 hadden een zakelijke grondslag.
2. Financiële informatie per segment
Segmentering
De financiële informatie segmenteren we naar de activiteiten van de groep. De operationele segmenten weerspiegelen de managementstructuur en de businessunits van de groep. Gasunie onderscheidt de volgende segmenten:
-
Gasunie Transport Services
Dit segment beslaat het netbeheer in Nederland en is verantwoordelijk voor de aansturing van het aardgastransport, de ontwikkeling van het aardgasnetwerk en de bijbehorende installaties en het bevorderen van de marktwerking.
-
Gasunie Deutschland
Dit segment beslaat het netbeheer in Duitsland en is verantwoordelijk voor de aansturing van het aardgastransport, de ontwikkeling van het aardgasnetwerk en de bijbehorende installaties en het bevorderen van de marktwerking.
-
Participations
Dit segment richt zich op het ontwikkelen van projecten ten behoeve van de energietransitie, het optimaal benutten van de bestaande deelnemingen en het faciliteren van de komst van nieuwe gasstromen naar Noordwest-Europa via LNG-aanvoer en langeafstandspijpleidingen. Onder dit segment vallen ook een aantal samenwerkingsverbanden voor pijpleidingen die het Gasunie-transportnet verbinden met buitenlandse markten.
De grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van de segmenten zijn gelijk aan de grondslagen zoals gehanteerd bij het opstellen van de halfjaarrekening 2023 en zoals gehanteerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening 2022.
De activa, opbrengsten en resultaten van een segment omvatten zowel posten die rechtstreeks tot dat segment behoren als posten die we redelijkerwijs aan dat segment kunnen toerekenen. Omdat de financiering van Gasunie overwegend op concernniveau plaatsvindt, vindt geen segmentering van de passiva plaats en rapporteren we hierover niet separaat. Transacties tussen bedrijven die toebehoren aan de segmenten hebben een zakelijke grondslag. In de financiële informatie per segment zijn transacties tussen de segmenten geëlimineerd.
Informatie over omzet en resultaten per segment
De omzet en het resultaat per segment is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | Resultaat | ||
---|---|---|---|---|
Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | |
Segmenten | ||||
- Gasunie Transport Services | 717,6 | 658,0 | 236,5 | 218,2 |
- Gasunie Deutschland | 194,9 | 171,4 | 96,4 | 68,2 |
- Participations | 263,1 | 121,3 | 26,7 | 20,4 |
Inter-segment eliminatie | -72,8 | -53,8 | - | - |
Segmententotaal | 1.102,8 | 896,9 | 359,6 | 306,8 |
Saldo van niet-gealloceerde financiële baten en lasten en resultaat uit deelnemingen | -11,0 | -2,0 | ||
Resultaat vóór belastingen | 348,6 | 304,8 | ||
Belastingen | -82,5 | -77,3 | ||
Opbrengsten en resultaat na belastingen | 1.102,8 | 896,9 | 266,1 | 227,5 |
De geconsolideerde netto-omzet nam met 23,0% toe ten opzichte van het eerste halfjaar 2022 (eerste halfjaar 2022: toename van 25,1%). De stijging van de omzet van het segment GTS is voornamelijk te verklaren door gestegen transporttarieven. Dit heeft echter niet geleid tot een navenant hoger resultaat door toegenomen netwerk- en energiekosten en personele kosten. De omzet van het segment Gasunie Deutschland nam ook toe vanwege gestegen transporttarieven. De activiteiten van EemsEnergyTerminal hadden een aanzienlijke invloed op de omzet van het segment Participations. Deze terminal is in de tweede helft van 2022 in gebruik genomen en droeg daarom in het eerste halfjaar van 2022 nog niet bij aan de netto-omzet. Voor bepaalde contracten van EemsEnergyTerminal geldt dat het betaalritme niet synchroon loopt met de wijze waarop we de omzet aan de boekjaren moeten toerekenen. De toename van de in de balans opgenomen contractverplichtingen per 30 juni 2023 is met name hierdoor te verklaren.
De totale inter-segment dienstverlening in het eerste halfjaar 2023 bedraagt € 72,8 miljoen (eerste halfjaar 2022: € 53,8 miljoen). De inter-segment dienstverlening gedurende het eerste halfjaar 2023 bedroeg voor het segment Gasunie Transport Services € 32,6 miljoen (eerste halfjaar 2022: € 18,8 miljoen), voor het segment Gasunie Deutschland € 0,3 miljoen (eerste halfjaar 2022: € 0,1 miljoen) en voor het segment Participations € 40,0 miljoen (eerste halfjaar 2022: € 34,9 miljoen).
Informatie over activa per segment
De activa per segment is als volgt:
In miljoenen euro's | Activa | |
---|---|---|
30 juni 2023 | 31 dec. 2022 | |
Segmenten | ||
- Gasunie Transport Services | 6.547,4 | 6.573,9 |
- Gasunie Deutschland | 1.635,3 | 1.560,8 |
- Participations | 1.857,7 | 1.734,4 |
Segmententotaal | 10.040,4 | 9.869,1 |
Niet-gealloceerde activa | 1.052,5 | 1.236,1 |
Totaal geconsolideerde activa | 11.092,9 | 11.105,2 |
De niet-gealloceerde activa bestaan uit de uitgestelde belastingvorderingen en de vlottende activa. De activa aangehouden voor verkoop is opgenomen onder het segment Participations. De belangrijkste investeringen zijn toegelicht in noot 4 ‘Materiële vaste activa’.
3. Omzetverantwoording
In aanvulling op hetgeen is vermeld in noot 2 ‘Financiële informatie per segment’ volgt onderstaand een nadere detaillering en analyse van de omzet.
Informatie over operationele activiteiten
De vennootschap categoriseert haar opbrengsten naar de manier waarop economische factoren de aard, omvang, timing, en onzekerheid van de kasstromen beïnvloeden. In het geval van Gasunie zijn twee categorieën te onderscheiden. De eerste omzetstroom is de omzet uit de gereguleerde transport- en aanverwante diensten, zoals gegenereerd door de bedrijfsonderdelen Gasunie Transport Services en Gasunie Deutschland. Voor deze omzetstroom stellen de Nederlandse en Duitse toezichthouders voor een meerjarige periode de toegestane inkomsten vast.
De tweede omzetstroom komt uit de niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde diensten. Bij deze diensten bepaalt de markt op basis van vraag en aanbod de hoogte van onze inkomsten en is over het algemeen sprake van een hogere volatiliteit in omzet ten opzichte van de gereguleerde diensten. De omzet uit de niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde diensten genereren we vrijwel volledig door ons bedrijfsonderdeel Participations.
De omzet per operationele activiteit is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | |
---|---|---|
Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | |
Omzetgereguleerde diensten | 862,1 | 786,6 |
Niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde diensten | 240,7 | 110,3 |
Totaal netto-omzet | 1.102,8 | 896,9 |
De toename van de niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde omzet is met name te verklaren door de ingebruikname van de EemsEnergyTerminal. Deze terminal is in de tweede helft van 2022 in gebruik genomen en droeg daarom in het eerste halfjaar van 2022 nog niet bij aan de netto-omzet.
Informatie over producten en diensten
De omzet kunnen we verdelen in omzet uit hoofde van gastransport en aanverwante diensten en overige activiteiten. Onder gastransport en aanverwante diensten zijn zowel de omzet uit hoofde van gereguleerd gastransport als uit hoofde van niet-gereguleerd en/of van regulering vrijgesteld gastransport opgenomen. Onder overige activiteiten is mede begrepen de omzet uit gasopslag, LNG-import en regassificatie en overige dienstverlening aan derden.
De onderverdeling is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | |
---|---|---|
Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | |
Gastransport en aanverwante diensten | 927,9 | 849,2 |
Overige activiteiten | 174,9 | 47,7 |
Totaal netto-omzet | 1.102,8 | 896,9 |
De toename van de omzet uit overige activiteiten is met name te verklaren door de ingebruikname van de EemsEnergyTerminal, zoals hiervoor toegelicht.
Informatie over geografische informatie
De omzet per geografisch gebied bepalen we op basis van het gebied waar de activiteiten plaatsvinden (binnen Nederland of daarbuiten). De onderverdeling van de omzet naar geografisch gebied is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | |
---|---|---|
Eerste halfjaar 2023 | Eerste halfjaar 2022 | |
Nederland | 838,1 | 675,1 |
Buiten Nederland | 264,7 | 221,8 |
Totaal netto-omzet | 1.102,8 | 896,9 |
4. Materiële vaste activa
Investeringen
De investeringen in de materiële vaste activa in het eerste halfjaar 2023, exclusief de toevoegingen inzake de gebruiksrecht activa, bedragen € 269,6 miljoen (eerste halfjaar 2022: € 132,5 miljoen). De investeringen hebben met name betrekking op de bouw van de stikstofinstallatie van GTS in Zuidbroek, de ontwikkeling van de EemsEnergyTerminal in de Eemshaven en op de investeringen zoals hierna toegelicht onder de voorwaardelijke investeringsverplichtingen.
Per 30 juni 2023 is Gasunie voorwaardelijke investeringsverplichtingen aangegaan ter hoogte van € 248,0 miljoen (ultimo 2022: € 120,3 miljoen). De verplichtingen houden in Nederland met name verband met investeringen in WarmtelinQ en verplichtingen ten behoeve van Porthos. In Duitsland zien de verplichtingen met name toe op de realisatie van aansluitleidingen voor de LNG-terminals in Stade en Brunsbüttel.
De investeringen in de gebruiksrechtactiva bedroegen € 1,7 miljoen (eerste halfjaar 2022: € 77,7 miljoen). In het eerste halfjaar 2022 was het investeringsbedrag fors hoger als gevolg van het aangaan van substantiële huurverplichtingen in de Eemshaven ten behoeve van de activiteiten van EemsEnergyTerminal.
Bijzondere waardeveranderingen van vaste activa
Periodiek stelt het management vast of sprake is van gebeurtenissen of indicaties voor bijzondere waardeveranderingen van vaste activa. Hieronder volgt voor de belangrijkste kasstroomgenererende eenheden een verdere analyse.
Gastransportnetwerk Nederland
Ultimo 2022 hebben we de waardering van het gastransportnetwerk in Nederland onderzocht. Op basis van de uitgevoerde bedrijfswaardeberekening concludeerden we dat de realiseerbare waarde van het gastransportnetwerk in Nederland nagenoeg gelijk is aan de boekwaarde daarvan. De waardering van het gastransportnetwerk in Nederland is mede afhankelijk van de gereguleerde inkomsten van de onderneming. Begin 2022 is zowel door Gasunie’s groepsmaatschappij GTS B.V. als door marktpartijen beroep ingesteld tegen het ACM-methodebesluit GTS 2022-2026 bij het CBb. De bezwaren van GTS zagen toe op robuustheid van het benchmark-onderzoek, waaronder de (wijze van) bepaling van de statische efficiëntie, de (wijze van) bepaling van het gereguleerde rendement en het regime van nacalculatie van de inkoopkosten voor energie. De bezwaren van marktpartijen hadden met name betrekking op het niet langer vergoeden van inactieve netwerkonderdelen, het hanteren van een stelsel van degressieve afschrijving en de toepassing van een nominale WACC.
Eind 2022 is het beroep inhoudelijk behandeld. Op 4 juli 2023 heeft het CBb zijn definitieve uitspraak gepubliceerd. In algemene zin is GTS op vrijwel alle punten in het gelijk gesteld en zijn de marktpartijen op vrijwel alle punten in het ongelijk gesteld. Het CBb vindt dat de ACM het methodebesluit op een aantal punten moet aanpassen en heeft het huidige methodebesluit GTS 2022-2026 vernietigd. Het CBb geeft de ACM daar zes maanden de tijd voor. In de tweede helft van 2023 verwachten we meer duidelijkheid over het nieuwe methodebesluit en over de effecten daarvan op de toekomstige kasstromen en daarmee de waardering van ons gastransportnetwerk.
Gastransportnetwerk Duitsland
Ultimo 2022 hebben we de waardering van het gastransportnetwerk in Duitsland onderzocht. Op basis van de uitgevoerde bedrijfswaardeberekening hebben we ultimo 2022 de boekwaarde van het gastransportnetwerk in Duitsland met circa € 117 miljoen verlaagd. In het eerste halfjaar 2023 zijn geen andere feiten of omstandigheden gebleken die belangrijke andere inzichten geven in de aannames en de schattingen per ultimo 2022. Dit geldt ook voor de bepaling van de algemene efficiëntiefactor ‘X-gen’, zoals hierna toegelicht.
Begin 2022 is BNetzA begonnen met de evaluatie van een nieuwe X-gen die in de reguleringsperiode 2023-2027 voor alle beheerders gaat gelden. BNetzA heeft bij de Duitse netbeheerders alle benodigde gegevens opgevraagd om de parameters voor het efficiëntiemodel te bepalen. Definitieve besluitvorming over de hoogte van de X-gen is echter vertraagd en we verwachten deze pas in de tweede helft van 2023 of in 2024. Voor de bedrijfswaardeberekening ultimo 2022 en bij het opstellen van de halfjaarrekening 2023 hebben we een X-gen van 0,49% verondersteld. Dit is gelijk aan de X-gen voor de voorgaande reguleringsperiode (2018-2022).
BBL Company
Ultimo 2022 hebben we de waardering van ons (destijds) 60% belang in de BBL-interconnector onderzocht. Op basis van de uitgevoerde bedrijfswaardeberekening hebben we de boekwaarde ultimo 2022 met circa € 50 miljoen verlaagd. In het eerste halfjaar 2023 zijn geen andere feiten of omstandigheden gebleken die belangrijke andere inzichten geven in de aannames en de schattingen per ultimo 2022.
EemsEnergyTerminal
Uit de beoordeling door het management blijken geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van de materiële vaste activa van EemsEnergyTerminal per 30 juni 2023.
EnergyStock
Uit de beoordeling door het management blijken geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van de materiële vaste activa van EnergyStock per 30 juni 2023.
Overige materiële en financiële vaste activa
Uit de beoordeling door het management blijken geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van de overige materiële en financiële vaste activa per 30 juni 2023.
5. Investeringen in joint ventures
Joint ventures
De mutaties in joint ventures over het eerste halfjaar 2023 zijn als volgt:
In miljoenen euro’s | Eerste halfjaar 2023 | 2022 |
---|---|---|
Stand per 1 januari | 371,9 | 284,0 |
Investeringen | 60,8 | 90,0 |
Rechtstreekse eigen vermogen mutaties | 1,4 | 23,7 |
Resultaat deelneming in joint ventures | 19,4 | 42,3 |
Bijzondere waardeverminderingen | - | -8,0 |
Ontvangen dividend | -20,0 | -27,9 |
Overgeboekt naar activa aangehouden voor verkoop | -21,5 | -32,2 |
Stand per 30 juni resp. 31 december | 412,0 | 371,9 |
Leningen aan joint ventures | 0,4 | 0,4 |
Totaal investeringen in joint ventures per 30 juni resp. 31 december |
412,4 | 372,3 |
De voornaamste investeringen in de eerste helft van 2023 zien toe op Porthos (een project waarbij CO2 van de industrie in de Rotterdamse haven wordt opgeslagen in een leeg gasveld onder de Noordzee) en op German LNG (een project voor de bouw en exploitatie van een vaste LNG-terminal in Brunsbüttel, Duitsland).
In 2022 heeft Gasunie alle aandelen in German LNG overgenomen van de voormalige aandeelhouders Royal Vopak en Oiltanking. Met Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW; namens de Duitse overheid) en RWE heeft Gasunie een intentieverklaring getekend die de bouw van een LNG-terminal mogelijk moet maken. Gasunie is de beoogde operator van de terminal en heeft de intentie in de tweede helft van 2023 – in afwachting van Europese staatssteuntoetsen – een meerderheid van zijn aandelen over te doen aan KfW en RWE, waarbij ook na de overdracht gezamenlijke zeggenschap over de entiteit blijft bestaan. Omdat Gasunie geen volledige zeggenschap heeft verkregen over German LNG, kwalificeert het resterende aandelenbelang nog steeds als joint-venture en is waardering op basis van de equity methode gehandhaafd. De mutatie in de boekwaarde van het over te dragen aandelenbelang hebben we toegevoegd aan de activa aangehouden voor verkoop.
De rechtstreekse vermogensmutaties betreft de herwaardering van het belang in Gate terminal als gevolg van de wijziging in de reële waarde van een cash flow hedge van Gate terminal. Gasunie heeft deze vermogensmutatie verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten.
6. Rentedragende leningen
Op 30 juni 2023 bestaat het nominale bedrag aan langlopende leningen van € 3.015,0 miljoen (ultimo 2022: € 3.015,0 miljoen) voor € 2.250,0 miljoen (ultimo 2022: € 2.250,0 miljoen) uit obligatieleningen en voor € 765,0 miljoen (ultimo 2022: € 765,0 miljoen) uit onderhandse leningen. De nog te amortiseren transactiekosten en disagio bedragen € 13,6 miljoen (ultimo 2022: € 14,5 miljoen).
De mutaties in de rentedragende leningen zijn als volgt:
In miljoenen euro's | Eerste halfjaar 2023 | 2022 |
---|---|---|
Oorspronkelijke nominale hoofdsom per 1 januari | 3.015,0 | 3.140,0 |
Afgelost tot en met 1 januari | 0,0 | -130,8 |
Restant nominale hoofdsom per 1 januari | 3.015,0 | 3.009,2 |
Niet-geamortiseerde transactiekosten en disagio | -14,5 | -9,0 |
Boekwaarde per 1 januari | 3.000,5 | 3.000,2 |
Mutaties in het eerste halfjaar resp. boekjaar: | ||
Aflossingen | - | -494,2 |
Nieuw opgenomen leningen | - | 500,0 |
Amortisatie van transactiekosten en disagio | 0,9 | 1,5 |
Toevoeging transactiekosten en disagio | - | -6,9 |
Totaal mutaties in het eerste halfjaar resp. boekjaar | 0,9 | 0,3 |
Oorspronkelijke nominale hoofdsom per 30 juni resp. 31 december | 3.015,0 | 3.015,0 |
Afgelost tot en met 30 juni resp. 31 december | - | - |
Restant nominale hoofdsom per 30 juni resp. 31 december | 3.015,0 | 3.015,0 |
Resterende niet-geamortiseerde transactiekosten en disagio | -13,6 | -14,5 |
Boekwaarde per 30 juni resp. 31 december | 3.001,4 | 3.000,5 |
Gepresenteerd onder de kortlopende schulden | -225,0 | -225,0 |
Totaal | 2.776,4 | 2.775,5 |
In het eerste halfjaar 2023 hebben we geen rentedragende leningen afgelost of opgenomen (eerste halfjaar 2022: idem).
Inzake de rentedragende leningen en overige faciliteiten zijn geen zekerheden verstrekt door N.V. Nederlandse Gasunie aan de kredietverstrekkers. De bestaande leningsvoorwaarden zijn ten opzichte van ultimo 2022 niet gewijzigd. De aflossingskalender is als volgt:
In miljoenen euro's | Eerste halfjaar | Tweede halfjaar | Totaal |
---|---|---|---|
Aflossingsverplichting in | |||
2023 | 225,0 | 225,0 | |
2024 | - | 175,0 | 175,0 |
2025 | - | 125,0 | 125,0 |
2026 | 650,0 | - | 650,0 |
2027 | - | - | - |
na 2027 | 1.840,0 | ||
Totaal van de aflossingsverplichtingen | 3.015,0 |
De vennootschap heeft een niet-gecommitteerde bancaire rekening-courantfaciliteit van € 45,0 miljoen (ultimo 2022: € 45,0 miljoen), een gecommitteerde kredietfaciliteit van € 600,0 miljoen (ultimo 2022: € 600,0 miljoen) en een Euro Commercial Paper (ECP) programma ter grootte van € 750,0 miljoen (ultimo 2022: € 750,0 miljoen) en een Euro Medium Term Note (EMTN) programma ter grootte van € 7,5 miljard (ultimo 2022: € 7,5 miljard). De gecommitteerde kredietfaciliteit heeft een looptijd tot april 2027. Op de gecommitteerde kredietfaciliteit en onder het Euro commercial paper programma (ECP) zijn het afgelopen half jaar geen gelden getrokken (eerste halfjaar 2022: idem). Wel trekt Gasunie als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening regelmatig kortlopende leningen op de geldmarkt aan in de vorm van deposito leningen. Per 30 juni 2023 hadden we geen deposito’s opgenomen of ECP uitgegeven met looptijden korter dan één jaar (ultimo 2022: idem).
Binnen het EMTN-programma is op 30 juni 2023 voor € 2.250,0 miljoen (ultimo 2022: € 2.250,0 miljoen) aan leningen geplaatst. Het EMTN-programma was geldig tot 17 juni 2023 en wordt naar verwachting in de tweede helft van 2023 geactualiseerd.
De lange- en kortetermijn creditratings van S&P en Moody’s zijn gedurende het eerste halfjaar 2023 niet veranderd.
7. Financiële instrumenten
In deze halfjaarrekening zijn diverse financiële instrumenten opgenomen. Het betreft:
- Overige deelnemingen
- Afgeleide financiële instrumenten
- Rentedragende leningen
- Overige primaire financiële instrumenten
Gasunie hanteert de volgende hiërarchie van waarderingstechnieken voor het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten:
Niveau 1: | Op basis van genoteerde prijzen op actieve markten voor hetzelfde instrument. |
Niveau 2: | Op basis van prijzen op actieve markten voor vergelijkbare instrumenten of op basis van andere waarderingstechnieken, waarbij alle benodigde significante gegevens direct of indirect zijn ontleend aan zichtbare marktgegevens. |
Niveau 3: | Op basis van waarderingstechnieken, waarbij alle benodigde significante gegevens niet zijn ontleend aan zichtbare marktgegevens. |
Overige deelnemingen
De overige deelnemingen zijn als volgt:
Naam van de vennootschap | Zetel | Financieel belang op | |
---|---|---|---|
30 juni 2023 | 31 dec. 2022 | ||
Energie Data Services Nederland (EDSN) B.V. | Arnhem | 12,5% | 12,5% |
Nord Stream AG | Zug, Zwitserland | 9,0% | 9,0% |
PRISMA European Capacity Platform GmbH | Leipzig, Duitsland | 12,7% | 12,7% |
SCW Systems B.V. | Schoorl | 4,9% | 4,9% |
Per 30 juni 2023 bedraagt de reële waarde van de overige deelnemingen gezamenlijk € 7,0 miljoen (ultimo 2022: € 7,0 miljoen). Dit is een reëlewaardebepaling volgens niveau 3 (ultimo 2022: niveau 3). Voor de belangen in PRISMA, EDSN en SCW Systems geldt dat, mede vanwege hun geringe omvang, we veronderstellen dat de boekwaarde een benadering is van de reële waarde. Voor Nord Stream geldt dat we per 30 juni 2023 onze reële waarde waardering van € nihil (ultimo 2022: € nihil) handhaven. In het eerste halfjaar 2023 zijn ons geen feiten of omstandigheden gebleken inzake de waardering van Nord Stream die belangrijke nieuwe inzichten geven in de aannames en de schattingen per ultimo 2022.
Afgeleide financiële instrumenten
De afgeleide financiële instrumenten betreffen valutatermijncontracten en een gasprijsswap. De valutatermijncontracten zetten we in voor de afdekking van het valutarisico op het gebruik van twee drijvende LNG-installaties. De kosten van het gebruik van deze installaties moeten we voldoen in Amerikaanse dollars. Gasunie is in joint venture verband investeringsverplichtingen aangegaan die in hoogte kunnen variëren op basis van ontwikkelingen van de gasprijs. Om het kasstroomrisico op deze verwachte investeringsuitgaven te beperken, maken we gebruik van een gasprijsswap. Door middel van deze gasprijsswap hebben we de toekomstige variabele investeringsverplichting – voor wat betreft ons aandeel in de joint venture – effectief gefixeerd over de looptijd van de investeringsverplichting (tot en met december 2027).
De reële waarde van de valutatermijncontracten bepalen we aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Hierbij gebruiken we in de markt zichtbare valutatermijnkoersen met een vergelijkbare looptijd en een zero-coupon disconteringsvoet die past bij de valuta en de looptijd van de transacties, rekening houdend met het kredietrisico van zowel Gasunie als de relevante tegenpartijen. Dit is een reëlewaardebepaling volgens niveau 2 (ultimo 2022: niveau 2). Per 30 juni 2023 bedroeg de reële waarde van de valutatermijncontracten -/- € 4,8 miljoen (ultimo 2022: -/- € 0,5 miljoen).
De reële waarde van de gasprijsswap bepalen we aan de hand van de contante waarde van beursgenoteerde commodityprijzen voor gasprijsswaps. Hierbij gebruiken we in de markt zichtbare slotkoersen voor gastermijnproducten met een vergelijkbare looptijd en een zero-coupon disconteringsvoet die past bij de looptijd van de transacties, rekening houdend met het kredietrisico van zowel Gasunie als de relevante tegenpartijen. Dit is een reëlewaardebepaling volgens niveau 2 (ultimo 2022: niveau 2). Per 30 juni 2023 bedroeg de reële waarde van de gasprijsswap -/- € 18,3 miljoen (ultimo 2022: -/- € 15,4 miljoen).
De boekwaarde van het kortlopende deel van de afgeleide financiële instrumenten per 30 juni 2023 bedroeg -/- € 4,8 miljoen (ultimo 2022: -/- € 1,8 miljoen). Dit bedrag hebben we niet afzonderlijk gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
Rentedragende leningen
De rentedragende leningen betreffen obligatieleningen met een notering aan Euronext in Amsterdam alsmede onderhandse leningen.
De reële waarde van de beursgenoteerde obligaties is gelijk aan de slotkoers per balansdatum. Dit betreft een reëlewaardebepaling volgens niveau 1 (ultimo 2022: niveau 1). De reële waarde van de onderhandse leningen is berekend door verwachte toekomstige kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd, vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen. Hierbij is rekening gehouden met het eigen risicoprofiel. Dit betreft een reëlewaardebepaling volgens niveau 2 (ultimo 2022: niveau 2).
De boekwaarde en de reële waarde van de rentedragende leningen per 30 juni 2023 is als volgt:
In miljoenen euro's | 30 juni 2023 | 31 dec. 2022 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Boekwaarde | Reële waarde | Verschil | Boekwaarde | Reële waarde | Verschil | |
Obligatieleningen | 2.236,4 | 1.943,8 | -292,6 | 2.235,5 | 1.899,1 | -336,4 |
Onderhandse leningen | 765,0 | 723,0 | -42,0 | 765,0 | 723,8 | -41,2 |
Overige primaire financiële instrumenten
De overige primaire financiële instrumenten bestaan uit handels- en overige vorderingen, liquide middelen, kortlopende financieringsverplichtingen (exclusief de kortlopende aflossingsverplichtingen op langlopende leningen) en handels- en overige schulden. Voor deze instrumenten benadert de boekwaarde de reële waarde gegeven de korte looptijd van deze instrumenten.
Het saldo liquide middelen als onderdeel van de vlottende activa per 30 juni 2023 betrof € 325,0 miljoen (ultimo 2022: € 435,9 miljoen).
8. Gebeurtenissen na de balansdatum
Op 4 juli 2023 heeft het CBb uitspraak gedaan in een aantal beroepszaken rondom het Methodebesluit GTS 2022-2026. Meer informatie hierover is opgenomen in noot 4 ‘Materiële vaste activa’.
Er hebben zich geen andere belangrijke gebeurtenissen voorgedaan tussen de balansdatum en de datum van deze halfjaarrekening die aanleiding zouden kunnen geven tot verwerking of vermelding in de halfjaarrekening.